Previous Page  47 / 236 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 47 / 236 Next Page
Page Background

HYPOTHESES

VOORUITZICHTEN 2016

T12016

T22016

T32016

T42016

 Zorgvastgoed

 Kantoren

 Vastgoed van

distributienetten

14,3

1,8

1,2

1,2

8,9

10,2

41,7

4,8 0,6

17,0

6,9

8,8

0

10

20

30

40

50

Waardering van het patrimonium

De reële waarde, i.e. de investeringswaarde van de gebouwen vermin-

derd met de transactiekosten, wordt in de geconsolideerde balans

opgenomen. Voor de geraamde balans van 2016 wordt deze waarde-

ring globaal voor de totale portefeuille opgenomen, vermeerderd met

de uitgaven voor zware renovaties.

Onderhoud en herstellingen -

Zware renovaties

De vooruitzichten per gebouw omvatten de uitgaven voor onderhoud

en herstellingen die onder de operationele kosten worden geboekt.

De uitgaven voor zware renovaties die onder de vaste activa worden

geboekt en door zelffinanciering of door leningen worden gedekt, zijn

eveneens inbegrepen. De uitgaven voor zware renovaties waarmee in

de vooruitzichten rekening wordt gehouden, bedragen respectievelijk

38,1 miljoen EUR voor de kantoorgebouwen en 4,8 miljoen EUR voor de

cafés/restaurants.

Investeringen en desinvesteringen

De volgende investerings- en desinvesteringsprojecten zijn opgeno-

men in de vooruitzichten:

de verwerving van zorgvastgoed in België, Frankrijk, Nederland en

Duitsland voor een bedrag van 74,4 miljoen EUR als resultaat van de

oplevering van nieuwe of de uitbreiding van bestaande eenheden

waarvoor Cofinimmo zich juridisch heeft verbonden;

de verkoop van Pubstone cafés/restaurants voor een bedrag van

4,7 miljoen EUR.

Huurprijzen

Bij de vooruitzichten van de huurprijzen wordt voor elke huurovereen-

komst rekening gehouden met het hypothetisch vertrek van huurders

dat geval per geval wordt geanalyseerd. In geval van vertrek worden

de wederinstaatstellingskosten, een periode van huurleegstand, huur-

lasten en belastingen op leegstaande ruimtes en makelaarcommissies

bij de herverhuring hierin vervat. De vooruitzichten m.b.t. de verhuur

zijn gebaseerd op de huidige marktsituatie en houden geen rekening

met een eventuele verbetering of verslechtering ervan.

Het vastgoedresultaat omvat eveneens de terugnemingen van overge-

dragen en verdisconteerde huren voor de progressieve wederopbouw

van de volle waarde van de gebouwen waarvan de huurinkomsten aan

een derde werden overgedragen.

Een op- of neerwaartse schommeling van de bezettingsgraad met

1,00 % leidt, in de kantorenportefeuille, tot een cumulatieve stijging of

daling van het netto courant resultaat per aandeel met 0,04 EUR per

jaar. De lopende contracten zijn geïndexeerd.

Inflatie

De inflatiegraad die wordt gehanteerd voor de evolutie van de huurprij-

zen ligt tussen 1,00 % en 1,30 % voor de in 2016 geïndexeerde huurover-

eenkomsten. Over de beschouwde periode is de gevoeligheid van het

vooruitzicht op schommelingen van de inflatiegraad gering. Een op- of

neerwaartse schommeling van de voorziene inflatie met 50 basispun-

ten leidt tot een cumulatieve stijging of daling van het netto courant

resultaat per aandeel met 0,05 EUR per jaar.

Financiële kosten

Bij de berekening van de financiële kosten wordt uitgegaan van een

hypothetische rente-evolutie zoals geanticipeerd in de curve van

toekomstige rentevoeten en lopende bancaire en obligatieleningen.

Rekening houdend met de bestaande afdekkingsinstrumenten zou

de totale geschatte schuldenlast voor 2016 lager dan 3,00 % moeten

liggen (marges inbegrepen). Er wordt in de vooruitzichten 2016 met

geen enkele hypothese van waardeschommeling van de financiële

instrumenten als gevolg van de rente-evolutie rekening gehouden,

zowel in de balans als in de resultatenrekening

Geconsolideerde resultatenrekeningen

De toekomstige marktwaarde van de gebouwen kan niet worden voor-

speld. Aldus zou een becijferde voorspelling van het niet gerealiseerde

resultaat op de portefeuille weinig betrouwbaar zijn

Dit resultaat is afhankelijk van de heersende markttrends op het vlak

van huurprijzen, de toegepaste kapitalisatierentevoeten evenals de

verwachte renovatiekosten van de gebouwen.

De evolutie van het eigen vermogen zal afhangen van het courant

resultaat, het resultaat op de portefeuille en de dividenduitkering.

Het eigen vermogen wordt voorgesteld vóór dividenduitkering van het

boekjaar.

Investeringsprogramma voor 2016 (x 1 000000 EUR)

43