Background Image
Previous Page  43 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 43 / 222 Next Page
Page Background

Hypotheses

Waardering van het patrimonium

De reële waarde, i.e. de investeringswaarde van de gebouwen

verminderd met de transactiekosten, wordt in de geconsolideerde

balans opgenomen. Voor de geraamde balans van 2015 wordt deze

waardering globaal voor de totale portefeuille opgenomen, vermeer-

derd met de uitgaven voor zware renovaties.

Onderhoud en herstellingen – Zware renovaties

De vooruitzichten per gebouw omvatten de uitgaven voor onder-

houd en herstellingen die onder de operationele kosten worden

geboekt. De uitgaven voor zware renovaties die onder de vaste

activa worden geboekt en door zelffinanciering of door leningen

worden gedekt, zijn eveneens inbegrepen. De uitgaven voor zware

renovaties waarmee in de vooruitzichten rekening wordt gehouden,

bedragen respectievelijk € 30,33 miljoen voor de kantoorgebouwen

en € 2,88 miljoen voor de cafés/restaurants.

Investeringen en desinvesteringen

In de vooruitzichten wordt met de volgende investerings- en

desinvesteringsprojecten rekening gehouden, op voorwaarde dat

Cofinimmo juridisch gebonden is:

De verwerving van woonzorgcentra in België, Frankrijk en

Nederland voor een bedrag van € 37,94 miljoen als resultaat

van de oplevering van nieuwe of de uitbreiding van bestaande

eenheden;

De verkoop van MAAF verzekeringsagentschappen voor

een bedrag van € 0,44 miljoen die beantwoorden aan

vaste engagementen. Ook werd rekening gehouden met de

hypothetische verkoop van de appartementen in de gebouwen

Livingstone I en Woluwe 34.

Vooruitzichten 2015

Huurprijzen

Bij de vooruitzichten van de huurprijzen wordt voor elke huurover-

eenkomst rekening gehouden met het hypothetisch vertrek van

huurders dat geval per geval wordt geanalyseerd. In geval van

vertrek worden de wederinstaatstellingskosten, een periode van

huurleegstand, huurlasten en belastingen op leegstaande ruimtes

en makelaarcommissies bij de herverhuring hierin vervat. De voor-

uitzichten m.b.t. de verhuur zijn gebaseerd op de huidige marktsi-

tuatie en houden geen rekening met een eventuele verbetering of

verslechtering ervan.

Het vastgoedresultaat omvat eveneens de terugnemingen van

overgedragen en verdisconteerde huren voor de progressieve

wederopbouw van de volle waarde van de gebouwen waarvan de

huurinkomsten aan een derde werden overgedragen.

Een op- of neerwaartse schommeling van de bezettingsgraad met

1% leidt tot een cumulatieve stijging of daling van het netto courant

resultaat per aandeel van € 0,04 per jaar. De lopende contracten

zijn geïndexeerd.

Inflatie

Bij de evolutie van de huurprijzen wordt een inflatieniveau gehan-

teerd van 1,20% voor de huurovereenkomsten die geïndexeerd

worden in 2015. De vooruitzichten voor de beschouwde periode

zijn slechts in geringe mate onderhevig aan schommelingen in

het inflatieniveau. Een op- of neerwaartse schommeling van de

voorziene inflatie met 50 basispunten leidt tot een cumulatieve

stijging of daling van het netto courant resultaat per aandeel van

€ 0,05 per jaar.

Financiële kosten

Bij de berekening van de financiële kosten wordt uitgegaan van een

hypothetische renteëvolutie zoals geanticipeerd in de curve van

toekomstige rentevoeten en lopende bancaire en obligatieleningen.

Rekening houdend met de bestaande afdekkingsinstrumenten zou

de totale geschatte schuldenlast voor 2015 lager dan 3,00% moeten

liggen (marges inbegrepen).

Geconsolideerde resultatenrekeningen

De toekomstige marktwaarde van de gebouwen kan niet worden

voorspeld. Aldus zou een becijferde voorspelling van het niet gerea-

liseerde resultaat op de portefeuille weinig betrouwbaar zijn

Dit resultaat is afhankelijk van: de heersende markttrends op het

vlak van huurprijzen, de toegepaste kapitalisatierentevoeten even-

als de verwachte renovatiekosten van de gebouwen.

De evolutie van het eigen vermogen zal afhangen van het courant

resultaat, het resultaat op de portefeuille en de dividenduitkering.

Het eigen vermogen wordt voorgesteld vóór dividenduitkering van

het boekjaar.

Investeringsprogramma 2015 (x € 1 000000)

0

5

10

15

25

20

13,3

9,8

10,1

4,7

8,5

9,1

8,4

4,3

Vastgoed van distributienetten 

Zorgvastgoed 

Kantoren

0,7

0,1

1,2

Q1 2015

Q2 2015

Q3 2015

Q4 2015

0,4

39