Previous Page  194 / 236 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 194 / 236 Next Page
Page Background

BIJLAGE 25. VORDERINGEN VAN FINANCIËLE LEASING

De Groep heeft financiële leasingcontracten afgesloten m.b.t.

bepaalde gebouwen, waaronder het Gerechtsgebouw van Antwerpen

voor 36 jaar. De Groep heeft eveneens aan bepaalde huurders finan-

cieringen toegestaan, verbonden aan inrichtingswerken. De gemid-

delde impliciete rentevoet van deze financiële leasingcontracten

bedraagt 6,34 % voor 2015 (2014: 5,68 %). Tijdens het boekjaar 2015

werden voorwaardelijke huurgelden (indexeringen) geboekt in de

opbrengsten van de periode voor een bedrag van 0,01 miljoen EUR

(2014: 0,01 miljoen EUR).

Overzicht van de actieve afgeleide financiële instrumenten op 31.12.2015

(x 1 000 EUR)

Optie

Periode

Uitoefenprijs Vlottende rente

Notioneel

2015

Notioneel

2014

Eerste optie Periodiciteit

van de optie

Bestemd in een afdekkingsrelatie

CAP gekocht

2015

4,25 %

3M

0

400000

FLOOR verkocht

2015

3,00 %

3M

0

400000

Swap van een vlottende rente naar een vaste rente

Cancellable IRS

2008-2018

4,10 %

3M

140000

140000

15.10.2011

Jaarlijks

Aangehouden voor transactiedoeleinden

Swap van een vlottende rente naar een vaste rente

IRS

2014-2017

0,51 %

3M

400000

400000

Swap van een vaste rente naar een vlottende rente

IRS

2012-2016

3,60 %

3M+3,005 %

100000

100000

D. BEHEER VAN HET KAPITAAL

Als gevolg van Artikel 13 van het Koninklijk Besluit van 13.07.2014 inzake

GVV’s, moet de openbare GVV indien de geconsolideerde schuldgraad

meer dan 50 % van de geconsolideerde activa bedraagt, een financieel

plan uitwerken met een uitvoeringskalender, waarin de maatregelen

beschreven worden die moeten vermijden dat deze schuldgraad

65 % van de geconsolideerde activa overstijgt. De Commissaris stelt

een speciaal verslag op over dit financieel plan waarin hij bevestigt

dat hij de uitwerkingsmethode van dit plan, meer bepaald inzake de

economische basis en de coherentie van de cijfers die erin staan, heeft

gecontroleerd met de boekhouding van de openbare GVV. De Jaarlijkse

en Halfjaarlijkse Financiële Verslagen moeten de manier waarop het

financieel plan tijdens de pertinente periode werd uitgevoerd en de

wijze waarop de GVV van plan is om het plan in de toekomst verder uit

te voeren, rechtvaardigen.

1. Evolutie van het schuldniveau

Op 31.03.2015, 30.06.2015 en 30.09.2015 bedroeg de schuldgraad

respectievelijk 48,44 %, 43,48 % en 42,41 %, waarmee de drempel van

50 % niet werd overschreden. Op 31.12.2015 bedroeg de schuldgraad

38,62 %. De daling is voornamelijk te verklaren door de kapitaalverho-

ging en de afname van de behoefte aan financiering door schuld als

gevolg van de desinvesteringen in 2015.

2. Schuldniveaubeleid

Het beleid van Cofinimmo bestaat uit de handhaving van een schuldni-

veau dat dicht in de buurt van 45 % ligt. Dit niveau kan dus regelmatig

de drempel van 45 % overschrijden en tot onder dit niveau zakken

zonder dat dit een teken is dat het beleid in dit opzicht werd gewijzigd.

Cofinimmo stelt jaarlijks aan het einde van het eerste halfjaar een

financieel plan op middellange termijn op dat alle financiële engage-

menten van de Groep omvat. Dit plan wordt tijdens het jaar bijgewerkt

wanneer er een nieuw belangrijk engagement wordt aangegaan.

Het schuldniveau en de toekomstige evolutie ervan worden bij elke

editie van dit plan berekend. Zo beschikt Cofinimmo altijd over een

prospectief zicht op deze kernparameter van haar geconsolideerde

balansstructuur.

3. Vooruitzicht van de evolutie van het schuldniveau

Uit het opnieuw geactualiseerde financieel plan van Cofinimmo blijkt

dat haar geconsolideerde schuldniveau op 31 december van elk van de

drie volgende jaren niet aanzienlijk zal afwijken van 45 %. Dit vooruit-

zicht blijft evenwel afhankelijk van onvoorziene gebeurtenissen. In dit

opzicht wordt specifiek verwezen naar het hoofdstuk ‘Risicofactoren’

van dit Jaarlijks Financieel Verslag.

4. Beslissing

De Raad van Bestuur van Cofinimmo is dus van oordeel dat de schuld-

graad het niveau van 65 % niet zal overschrijden en dat, gezien de

economische en vastgoedtrends in de segmenten waarin de Groep

aanwezig is, de geplande investeringen en de verwachte evolutie van

het patrimonium, het momenteel niet nodig is om naast de maatre-

gelen voorzien in het financieel plan waarvan hiervoor sprake, nog

bijkomende maatregelen te nemen.

190

JAARREKENINGEN /

BIJLAGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENINGEN