aandeelhouders enkel worden beperkt of afgeschaft voor zover een onher-
leidbaar toewijzingsrecht bij de toekenning van de nieuwe aandelen aan de
bestaande aandeelhouders werd toegekend. Dit onherleidbaar toewijzingsrecht
beantwoordt aan de volgende voorwaarden die bepaald zijn in de wetgeving
inzake Vastgoedbevaks:
1° het heeft betrekking op alle nieuw uitgegeven aandelen;
2° het wordt aan de aandeelhouders toegekend in verhouding tot
het kapitaal dat hun aandelen op het moment van de verhoging
vertegenwoordigden;
3° een maximale prijs per aandeel wordt ten laatste de dag vóór de ope-
ning van de publieke inschrijvingsperiode, die minimaal drie werkdagen
moet duren, bekendgemaakt.
Het onherleidbaar toewijzingsrecht is van toepassing op de uitgifte van aan-
delen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten. Het moet niet worden
toegekend bij een inbreng in contanten met beperking of afschaffing van het
voorkeurrecht, en complementair aan een inbreng in natura in het kader van
de uitkering van een keuzedividend, voor zover de toekenning hiervan effectief
open is voor alle aandeelhouders.
De kapitaalverhogingen door inbreng in natura zijn onderworpen aan de regels
bepaald in de Artikels 601 en 602 van het Wetboek van Vennootschappen.
Bovendien moeten de volgende voorwaarden worden gerespecteerd
bij een inbreng in natura, in overeenstemming met de wetgeving inzake
Vastgoedbevaks:
1° de identiteit van diegene die de inbreng heeft gedaan, moet worden ver-
meld in het verslag van de Raad van Bestuur bedoeld in Artikel 602 van
het Wetboek van Vennootschappen, evenals in desbetreffend geval, in
de samenroeping van de Algemene Vergadering die over de kapitaalver-
hoging zal beslissen;
2° de uitgifteprijs mag nooit lager zijn dan de kleinste waarde tussen (a)
een netto inventariswaarde die dateert van ten laatste vier maanden
vóór de inbrengovereenkomst of, naar keuze van de vennootschap, vóór
de datum van de akte van de kapitaalverhoging en (b) het gemiddelde
van de slotkoersen van de 30 kalenderdagen voorafgaand aan deze
datum. In dit opzicht is het toegestaan om van het onder punt 2(b) hier-
voor bedoelde bedrag een bedrag af te trekken dat overeenkomt met het
niet-uitgekeerde gedeelte van de bruto dividenden die eventueel aan de
nieuwe aandelen zouden ontzegd zijn, voor zover de Raad van Bestuur
het af te trekken bedrag van de gecumuleerde dividenden specifiek
rechtvaardigt in zijn speciaal verslag en de financiële voorwaarden van
de operatie in zijn Jaarlijks Financieel Verslag toelicht;
3° behalve indien de emissieprijs, of, in het geval bedoeld in Artikel 6.6, de
ruilverhouding evenals hun modaliteiten worden bepaald en aan het
publiek meegedeeld ten laatste de dag volgend op het sluiten van de
overeenkomst over de inbreng en met vermelding van de termijn waar-
binnen de kapitaalverhoging effectief zal worden gerealiseerd, wordt de
akte van de kapitaalverhoging verleden in een maximale termijn van vier
maanden; en
4° het verslag bedoeld in punt 1° hiervoor moet eveneens ex- pliciet de
invloed van de voorgestelde inbreng op de situatie van de oude aan-
deelhouders, in het bijzonder inzake hun aandeel in de winst, de netto
inventariswaarde en het kapitaal, evenals de impact inzake stemrechten,
vermelden.
Deze bijkomende voorwaarden zijn niet van toepassing bij een inbreng van het
dividendrecht in het kader van de uitkering van een optioneel dividend, op voor-
waarde dat de toekenning hiervan effectief open is voor alle aandeelhouders.
Indien de Algemene Vergadering beslist om de betaling van een emissiepremie
te vragen, moet deze worden geboekt op een onbeschikbare reserverekening
die enkel mag worden verminderd of afgeschaft krachtens een beslissing van
de Algemene Vergadering die beraadslaagt volgens de bepalingen voorzien
voor de wijziging van de statuten. De uitgiftepremie heeft net als het kapitaal de
aard van een gemeenschappelijk onderpand ten gunste van derden.
AANDELEN
Artikel 7 - Aard van de aandelen
De aandelen zijn zonder vermelding van nominale waarde. De aandelen wor-
den verdeeld in twee categorieën: de gewone aandelen (“Gewone Aandelen”
genaamd in de huidige statuten) en de bevoorrechte aandelen (“Bevoorrechte
Aandelen” genaamd in de huidige statuten).
De Bevoorrechte Aandelen verlenen rechten en hebben de karakteristieken
opgenomen in Artikel 8 van de statuten. De Gewone Aandelen zijn nominatief
of gedematerialiseerd, en dit naar keuze van hun eigenaar of houder (hierna “de
Titularis”) en volgens de beperkingen opgelegd door de Wet.
De Titularis kan op elk moment en zonder kosten de omzetting vragen van zijn
aandelen in nominatieve of gedematerialiseerde aandelen. De Bevoorrechte
Aandelen zijn nominatief. Elk gedematerialiseerd aandeel wordt vertegenwoor-
digd door een boeking op een rekening op naam van zijn Titularis bij een erkende
rekeninghouder of bij een vereffeningsinstelling.
Er wordt een register op de maatschappelijke zetel van de vennootschap bijge-
houden, desgevallend en die indien de Wet het toestaat, in elektronische vorm
is. De houders van de aandelen kunnen kennis nemen betreffende hun inschrij-
vingen in het register van nominatieve aandelen.
Artikel 8 - Bevoorrechte aandelen
Naast de Gewone Aandelen kan de vennootschap ook Bevoorrechte Aandelen
uitgeven, tegen inbreng in natura of in contanten, of in het kader van een fusie.
De Bevoorrechte Aandelen verlenen rechten met de volgende kenmerken:
8.1 Preferente dividenden
8.1.1.
Elk Bevoorrecht Aandeel geniet een dividend dat eerst dient betaald te
worden, vóór het voor de Gewone Aandelen uit te keren dividend (hierna het
“Preferent Dividend”).
Het jaarlijks bruto bedrag van het Preferent Dividend bedraagt zes euro zevenen-
dertig cent (€ 6,37) per Bevoorrecht Aandeel.
Het Preferent Dividend is slechts in zijn geheel of gedeeltelijk verschuldigd in
zoverre er uitkeerbare winsten bestaan zoals bedoeld in Artikel 617 van het
Wetboek van Vennootschappen en in zoverre de Algemene Vergadering van de
vennootschap beslist om dividenden uit te keren.
In de veronderstelling dat er tijdens een jaar geen uitkeerbare winsten zoals
bedoeld in Artikel 617 van het Wetboek van Vennootschappen zouden zijn of
de Algemene Vergadering zou beslissen om geen dividenden uit te keren, zal
bijgevolg geen enkel Preferent Dividend betaald worden aan de houder van
Bevoorrechte Aandelen.Bovendien, in de veronderstelling dat tijdens een jaar het
niveau van de uitkeerbare winsten zoals bedoeld in Artikel 617 van het Wetboek
van Vennootschappen het niet zou toelaten om het Preferente Dividend voor zijn
integrale bedrag uit te keren, of de Algemene Vergadering zou beslissen om een
dividendbedrag uit te keren dat ontoereikend is om de Preferente Dividenden
voor hun integrale bedrag uit te keren, ontvangen de houders van Bevoorrechte
Aandelen enkel een Preferent Dividend ten belope van de uitgekeerde bedragen.
8.1.2.
De Bevoorrechte Aandelen verlenen geen andere rechten in de winstuitke-
ring dan het Preferent Dividend, onder voorbehoud van voorkeursrecht in geval
de vennootschap wordt vereffend, zoals vermeld in punt 8.5 hierna. Bijgevolg
kan het dividend dat aan de Bevoorrechte Aandelen toebedeeld wordt, nooit
hoger zijn dan het jaarlijkse bruto bedrag van het Preferent Dividend, hetzij zes
euro zevenendertig cent (€ 6,37) per Bevoorrecht Aandeel.
8.1.3.
Het Preferent Dividend wordt op dezelfde dag betaalbaar gesteld als het
dividend dat verschuldigd is aan de Gewone Aandelen, behoudens de vereis-
ten met betrekking tot de Markt of tot de naleving van de wettelijke bepalingen,
maar zonder dat dit mag resulteren in een vertraging van meer dan tien werkda-
gen. De uitkeerbare winst waarvoor de uitkeringsbeslissing genomen werd, zal
eerst betaald worden aan de houders van Bevoorrechte Aandelen ten belope
van een bedrag van zes euro zevenendertig cent (€ 6,37) per Bevoorrecht
Aandeel. Het eventuele saldo van de uitkeerbare winst waarvoor de beslissing
voor de uitkering genomen werd, zal vervolgens betaald worden aan de houders
van Gewone Aandelen.
Permanent document /
Uittreksels statuten
206
/