Previous Page  165 / 236 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 165 / 236 Next Page
Page Background

de activa van de balans. Deze geleidelijke reconstitutie van de niet

verminderde waarde gebeurt op basis van de voorwaarden van de

interestvoeten en de inflatie (indexatie) die van kracht waren bij de

verkoop en op dit moment in de door de Groep verworven prijs zaten

voor de overgedragen vorderingen.

De variaties in de niet verminderde reële waarde van het gebouw (t.t.z.

alsof de toekomstige huurgelden niet waren overgedragen en zoals

bij elke afsluiting opgesteld door de onafhankelijke deskundigen in

functie van de vastgoedmarktvoorwaarden) zullen afzonderlijk in de

resultatenrekeningen geboekt worden onder de rubriek ‘Variaties in de

reële waarde van vastgoedbeleggingen’, aan een gelijk aandeel van

de verminderde waarde (als gevolg van bovenstaande alinea’s) voor

de niet verminderde waarde, zoals beide waarden van toepassing zijn

bij afsluiting van de periode.

J. Andere vaste activa

I Vaste activa voor eigen gebruik

In overeenstemming met de alternatieve methode toegestaan door de

norm IAS 16, § 31 wordt het deel van het gebouw dat door de vennoot-

schap zelf als maatschappelijke zetel wordt gebruikt, gewaardeerd

aan reële waarde. Het is opgenomen onder de rubriek ‘Materiële vaste

activa voor eigen gebruik’.

II Daaropvolgende uitgaven

De uitgaven om een gebouw te renoveren dat afzonderlijk wordt

geboekt, worden gekapitaliseerd. De andere uitgaven worden enkel

gekapitaliseerd wanneer zij de toekomstige economische winsten

van het gebouw verhogen. Alle andere uitgaven worden als kosten in

de resultatenrekeningen geboekt (zie S II).

III Afschrijving

Vastgoedbeleggingen, zij het terreinen of constructies, worden niet

afgeschreven maar geboekt aan reële waarde (zie G). Een afschrijving

wordt geboekt in de resultatenrekeningen op lineaire basis over de

verwachte economische levensduur van de volgende elementen:

installaties 4-10 jaar;

meubilair 8-10 jaar;

computerhardware 4 jaar;

software 4 jaar.

IV Activa bestemd voor verkoop

De activa bestemd voor verkoop (vastgoedbeleggingen) worden

afzonderlijk in de balans voorgesteld aan een waarde die overeen-

stemt met hun reële waarde.

V Waardevermindering (‘Impairment’)

De andere vaste activa zijn enkel onderworpen aan een waardever-

minderingstest wanneer kan worden aangetoond dat hun boek-

waarde niet invorderbaar zal zijn door hun gebruik of verkoop.

K. Vorderingen van financiële leasing en

Publiek-Private Vastgoedsamenwerkingen

I Vorderingen van financiële leasing

Vorderingen van financiële leasing worden gewaardeerd op basis

van hun geactualiseerde waarde aan de marktrentevoet die geldt

op het tijdstip van hun uitgifte. Indien ze geïndexeerd worden aan de

inflatie-index, wordt hier geen rekening mee gehouden bij de bepaling

van de geactualiseerde waarde. Indien beroep wordt gedaan op een

afgeleid financieel afdekkingsinstrument, zal de marktrente voor

dit instrument als discontovoet dienen voor het berekenen van de

marktwaarde van de betrokken vorderingen op het einde van elke

boekhoudperiode. In dit geval is de totale niet-gerealiseerde winst

gegenereerd door de waardering aan marktwaarde van de vordering

beperkt tot het latent verlies resulterend uit de waardering aan markt-

waarde (zie F I) van het afdekkingsinstrument. Daarentegen zal elk

latent verlies gegenereerd door de vordering integraal in de resulta-

tenrekeningen worden geboekt.

II Publiek-Private Vastgoedsamenwerkingen

Met uitzondering van het politiecommissariaat te Dendermonde, dat

beschouwd wordt als operationele leasing en bijgevolg geboekt wordt

als vastgoedbelegging, worden de Publiek-Private Samenwerkingen

opgenomen als vordering van financiële leasing. Zij zijn onderworpen

aan de IFRIC 12. Voor de boekingen, zie punt K I.

L. Kas en kasequivalenten

Kas en kasequivalenten bevatten de bankrekeningen, geldmiddelen

en korte termijnbeleggingen

M. Eigen vermogen

I Gewone aandelen

Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. De

externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van

nieuwe aandelen worden afgetrokken van de opgehaalde bedragen,

verminderd met belastingen.

II Bevoorrechte aandelen en obligaties

terugbetaalbaar in aandelen

Bevoorrechte aandelen en obligaties terugbetaalbaar in aandelen

worden geclassificeerd als eigen vermogen indien deze voldoen aan

de definitie van een instrument van eigen vermogen volgens de norm

IAS 32.

III Inkoop van eigen aandelen

Wanneer de Groep overgaat tot de inkoop van eigen aandelen

wordt het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten,

erkend als een variatie in het eigen vermogen. Ingekochte eigen

aandelen worden als een vermindering van de rubrieken ‘Kapitaal’ en

‘Uitgiftepremies’ voorgesteld. De opbrengst van de verkoop van eigen

aandelen wordt rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen,

zonder dat dit enige impact heeft op de resultatenrekeningen.

IV Dividenden

Dividenden worden geboekt als schuld na hun goedkeuring door de

Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

N. Interestdragende leningen

Interestdragende leningen worden initieel aan kostprijs geboekt,

verminderd met de toewijsbare transactiekosten. Vervolgens

worden interestdragende leningen gewaardeerd aan geamorti-

seerde kostprijs, waarbij het verschil tussen de aflossingskost en de

aflossingswaarde geboekt wordt in de resultatenrekeningen over de

periode van de lening op basis van de methode van effectieve rente.

Als voorbeeld worden erelonen betaald aan de uitlener of wettelijke

erelonen geïntegreerd in de berekening van de effectieve rente.

Vastrentende leningen worden berekend volgens de methode van

de geamortiseerde kostprijs. Indien een vastrentende lening echter

wordt ingeruild tegen een lening met vlottende rente d.m.v. een

Interest Rate Swap, overeenkomstig de afdekkingsboekhouding van

de reële waarde (IAS 39, § 86), zal de variatie in de reële waarde van

de Swap in de resultatenrekeningen gecompenseerd worden met de

aanpassing van de wijziging in de boekhoudwaarde van de vastren-

tende lening (zie F I).

De converteerbare lening wordt gewaardeerd in reële waarde op

balansdatum.

O. Voordelen voor het personeel

De bijdragen die worden gestort overeenkomstig de pensioenplannen

met toegezegdebijdrageregeling worden als last geboekt wanneer de

werknemers de prestaties hebben verricht die recht geven op deze

bijdragen.

In België geven sommige pensioenplannen met een toegezegde

bijdrage recht op een wettelijk minimumrendement dat wordt gega-

randeerd door de werkgever. Hierdoor kwalificeren zij dus als pensi-

oenplan met toegezegdpensioenregeling (zie Bijlage 11).

Voor deze regelingen wordt de kost van de prestaties berekend

volgens de methode op basis van opgebouwde rechten (‘projected

unit credit’-methode). Op het einde van elke jaarlijke periode voor

financiële verslaglegging worden actuariële waarderingen uitgevoerd.

De herwaarderingen, met inbegrip van de actuariële verschillen en

het rendement van de activa van de regeling (exclusief de interesten),

worden onmiddellijk in het resultaat geboekt, en een debet of credit

wordt overgedragen in de andere elementen van het globaal resultaat

161