Previous Page  163 / 236 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 163 / 236 Next Page
Page Background

II Joint ventures

Een joint venture is een gezamenlijk akkoord waarbij de partijen

die een gezamenlijke controle uitoefenen, rechten hebben op het

netto-actief van het akkoord. De geconsolideerde resultatenreke-

ningen bevatten het aandeel van de Groep in de resultaten van de

joint ventures overeenkomstig de vermogensmutatiemethode. Dit

aandeel wordt berekend vanaf de begindatum tot op de einddatum

van de gezamenlijke controle. De jaarrekeningen van de gezamenlijk

gecontroleerde entiteiten omvatten dezelfde boekhoudperiode als die

van de vennootschap.

III In de consolidatie geëlimineerde transacties

Intra-groep saldi en transacties, en alle winsten uit intra-groep trans-

acties, worden geëlimineerd bij het voorbereiden van de geconsoli-

deerde jaarrekeningen. De winsten uit transacties met gezamenlijk

gecontroleerde entiteiten worden geëlimineerd in verhouding met het

belang van de Groep in die entiteiten. Verliezen worden op dezelfde

manier geëlimineerd als de winsten, maar enkel voor zover er geen

indicatie is van waardeverlies.

Een lijst van de vennootschappen van de Groep is opgenomen in

Bijlage 43 van de geconsolideerde jaarrekeningen

D. Goodwill en Bedrijfscombinaties

Wanneer de Groep de controle verwerft over een geïntegreerd

geheel van activiteiten en activa dat beantwoordt aan de definitie

van een onderneming (‘business’) overeenkomstig IFRS3 -

‘Bedrijfscombinaties’, worden de activa, verplichtingen en eventuele

identificeerbare verplichtingen van de verworven vennootschap

aan hun reële waarde geboekt op de datum van verwerving. De

goodwill is het positieve verschil tussen de verwervingskost

(exclusief verwante verwervingskosten), vermeerderd met eventuele

minderheidsbelangen, en de reële waarde van het verworven netto-

actief. Als dit verschil negatief is (‘negatieve goodwill’), wordt het

onmiddellijk in het resultaat geboekt na bevestiging van de waarden.

Na de initiële boeking wordt de goodwill niet afgeschreven maar

onderworpen aan een waardeverminderingstest die minstens elk jaar

wordt uitgevoerd op de kasstroomgenererende eenheden waaraan

de goodwill werd toegewezen. Indien de boekwaarde van een

kasstroomgenererende eenheid de bedrijfswaarde overschrijdt, zal

het hieruit volgende waardeverlies geboekt worden in het resultaat en

tegengeboekt in eerste instantie in de eventuele goodwill en vervol-

gens in de andere activa van de eenheid, verhoudingsgewijs aan hun

boekwaarde. Een waardevermindering die op een goodwill geboekt

wordt, wordt tijdens een later boekjaar niet teruggenomen.

Overeenkomstig IFRS 3 kan de goodwill voorlopig bepaald worden

bij de verwerving en binnen de 12 daaropvolgende maanden worden

aangepast.

Bij de overdracht van een kasstroomgenererende eenheid wordt het

bedrag van de goodwill die hieraan wordt toegekend, opgenomen in

de vaststelling van het resultaat van de overdracht.

E. Omzetting van vreemde munten

I Buitenlandse entiteiten

Er is geen dochtervennootschap waarvan de jaarrekeningen op

balansdatum worden opgesteld in een andere valuta dan de euro.

II Vreemde valuta transacties

Vreemde valuta transacties worden initieel erkend aan de wisselkoers

op de dag van de transactie. Op balansdatum worden de monetaire

activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta omgerekend

aan de slotkoers. Wisselkoersverschillen, resulterend uit de verreke-

ning van vreemde valuta en van de verrichtingen van monetaire activa

en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta, worden in de resulta-

tenrekeningen opgenomen als financiële opbrengst of financiële kost.

F. Afgeleide financiële instrumenten

De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (Interest Rate

Swaps, aankoop van CAP-opties, verkoop van FLOOR-opties) om zich

in te dekken tegen renterisico’s afkomstig van operationele, financiële

en investeringsactiviteiten. Meer details over de afgeleide financiële

instrumenten vindt u in Bijlage 24.

Afgeleide financiële instrumenten worden initieel aan hun kostprijs

erkend en worden geherwaardeerd aan hun reële waarde op de daar-

opvolgende balansdata.

De reële waarde van Interest Rate Swaps, CAP-opties, FLOOR-opties

en andere financiële afgeleide instrumenten is de geschatte waarde

die de Groep zou ontvangen of betalen om de positie te sluiten op

balansdatum. Hierbij wordt rekening gehouden met de van toepassing

zijnde spot en forward rentetarieven, de waarde van de optie en de

kredietwaardigheid van de tegenpartijen.

De herwaardering gebeurt voor het geheel van de afgeleide producten

op basis van dezelfde koers- en volatiliteitsveronderstellingen aan de

hand van een toepassing van de zelfstandige leverancier van markt-

gegevens Bloomberg. Deze herwaardering wordt vergeleken met deze

van de banken waarbij elk belangrijk verschil tussen beide herwaarde-

ringen wordt gedocumenteerd. Zie ook punt W hierna.

De boekhoudkundige verwerking is afhankelijk van de kwalificatie

van het afgeleide instrument als afdekkingsinstrument en van het

type afdekking. Een afdekkingsinstrument wordt enkel en alleen als

dusdanig erkend als aan elk van de volgende voorwaarden voldaan is:

bij de implementatie van de afdekking is er een formele identificatie

en documentatie van de afdekkingsrelatie vereist, alsook de

doelstellingen en het afdekkingsbeleid van de vennootschap om de

afdekking op te stellen;

de afdekkingsrelatie moet werkelijk efficiënt zijn in de compensatie

van de variaties in de reële waarde of de kasstromen die

toegeschreven kunnen worden aan het afgedekte risico;

de efficiëntie van de afdekking moet op betrouwbare wijze kunnen

worden ingeschat;

de afdekking wordt continu beoordeeld en wordt als zeer efficiënt

aanzien doorheen boekhoudperiodes waarvoor de afdekking was

opgesteld.

I Afdekking van de reële waarde

De winst of het verlies op het afdekkingsinstrument wordt in de resul-

tatenrekeningen geboekt indien dit afgeleide instrument de variaties

in de reële waarde van een geboekte vordering, verplichting of van

een niet-geboekte verbintenis of van een geïdentificeerd deel van een

dergelijke vordering, verplichting of verbintenis dat toewijsbaar is aan

een geïdentificeerd risico, afdekt. Het afgedekte element wordt even-

eens gewaardeerd aan reële waarde voor het afgedekte risico waarbij

elke winst of elk verlies in de resultatenrekeningen wordt geboekt.

II Kasstroomafdekking

Het gedeelte van de winst of het verlies op een instrument dat een

afdekking is tegen kasstroomschommelingen, die het gevolg zijn van

een geïdentificeerd risico op een actief of passief bestanddeel, een

verplichting of van een hoogst waarschijnlijk verwachte transactie,

wordt rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt. Het niet-effectieve

deel van de winst of het verlies van het afdekkingsinstrument wordt

onmiddellijk in de resultatenrekeningen geboekt.

Wanneer de verplichting of de verwachte transactie nadien leidt tot

de boeking van een financieel actief of passief, worden de geassoci-

eerde verliezen of winsten, die initieel in het eigen vermogen geboekt

waren, overgeboekt naar de resultatenrekeningen in hetzelfde boek-

jaar of boekjaren waarin het financieel actief of passief een invloed

heeft op de resultatenrekeningen.

Wanneer het afdekkingsinstrument of de afdekkingsrelatie wordt

beëindigd (zelfs gedeeltelijk), wordt de gecumuleerde winst of verlies

op dat moment in de resultatenrekeningen (eventueel gedeeltelijk)

gerecycleerd.

G. Vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen zijn beleggingen die worden aangehouden

om huurinkomsten op lange termijn te verwerven. In toepassing van

IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde gewaardeerd.

Onafhankelijke vastgoeddeskundigen bepalen om de drie maanden

de waardering van de vastgoedportefeuille. Elke winst of verlies die

het gevolg is van een wijziging in de reële waarde na de verwer-

ving van een gebouw, wordt in de resultatenrekeningen geboekt.

Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen worden geboekt zoals

beschreven in (R).

159