Background Image
Previous Page  102 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 102 / 222 Next Page
Page Background

Opinie

Wij bevestigen dat onze waardering uitgevoerd is overeenkom-

stig de nationale en internationale marktpraktijken en normen

(de International Valuation Standards, uitgevaardigd door de

International Valuation Standard Council ingesloten in de RICS

Taxatiestandaarden Januari 2014, de “Red Book” opgesteld door The

Royal Institute of Chartered Surveyors.

De Investeringswaarde (in de context van deze taxatie) wordt

gedefinieerd als de meest waarschijnlijke waarde die redelijkerwijze

verkregen kan worden in normale verkoopomstandigheden tussen

welwillende en goed geïnformeerde partijen, vóór de aftrek van de

transactiekosten. De Investeringswaarde houdt geen rekening met

de toekomstige investeringsuitgaven voor de verbetering van het

vastgoed, noch met de toekomstige voordelen die aan die uitgaven

verbonden zijn.

Waarderingsmethode

Onze waarderingsmethodologie is in hoofdzaak gebaseerd op drie

methoden:

De ‘ERV capitalisation’-methode

Deze methode bestaat erin dat de geschatte huurwaarde van het

pand gekapitaliseerd wordt door een kapitalisatievoet (‘yield’) te

gebruiken die in overeenstemming is met de kapitalisatievoet van de

vastgoedmarkt. Welke kapitalisatievoet gekozen wordt, hangt onder

meer af van de kapitalisatievoeten die gebruikelijk zijn op de markt

van de vastgoedbeleggingen; die houden rekening met de ligging

van het pand, de kwaliteit van het pand en de huurder zowel als de

kwaliteit en de duur van het huurcontract op valorisatiedatum. De

kapitalisatievoet stemt overeen met de verwachte rentevoet door

potentiële investeerders op de valorisatiedatum. De bepaling van de

geschatte huurwaarde houdt rekening met de volgende gegevens:

de markt, de ligging van het pand en de kwaliteit van het pand.

De resulterende waarde moet worden gecorrigeerd indien de

lopende huur een operationele opbrengst genereert die groter of

kleiner is dan de marktwaarde die voor de kapitalisatie gebruikt is.

De valorisatie houdt rekening met de kosten die men in de nabije

toekomst zal moeten dragen.

De ‘discounted cash-flows’-methode (dcf-methode)

Voor deze methode is een waardering nodig van de nettohuur-

opbrengst die het pand gedurende een welbepaalde periode op

jaarbasis genereert; het bekomen resultaat wordt vervolgens verdis-

conteerd tot de huidige waarde. De projectieperiode varieert over het

algemeen tussen 10 en 18 jaar. Aan het

einde van die periode wordt een restwaarde berekend door de

kapitalisatievoet toe te passen op de eindwaarde die rekening houdt

met de verwachte staat van het gebouw aan het einde van de pro-

jectieperiode; het bekomen resultaat wordt vervolgens verdiscon-

teerd tot de huidige waarde.

De ‘residual value’-methode

De waarde van een project wordt bepaald door te definiëren wat op

de site kan/gaat worden ontwikkeld. Dit impliceert dat de bestem-

ming van het project gekend of voorzienbaar is, zowel kwalitatief

(planning) als kwantitatief (aantal te ontwikkelen vierkante meter,

toekomstige huuropbrengsten, enz.). De waarde wordt bekomen

door de kosten bij voltooiing van het project af te trekken van de

verwachte waarde ervan.

De ‘market comparables’-benadering

Deze methode baseert zich op het principe dat een potentiële koper

voor de verwerving van een goed niet meer zal betalen dan de prijs

die recentelijk op de markt betaald is voor de verwerving van een

soortgelijk goed.

Transactiekosten

De verkoop van een gebouw is in theorie onderworpen aan mutatie-

rechten die door de staat geheven worden. Die rechten worden wer-

kelijk door de koper betaald. Voor de gebouwen die in België gelegen

zijn hangt dat bedrag voornamelijk af van de wijze van overdracht,

van de hoedanigheid van de koper en van de ligging. De eerste

twee voorwaarden en dus het te betalen bedrag is slechts gekend

wanneer de verkoop afgesloten is. Op basis van de BEAMA study

(Belgische Associatie van Asset Managers) van 8 februari 2006, zijn

de gemiddelde transactiekosten geschat op 2,5%.

Ook de vermoedelijke realisatiewaarde van de gebouwen van meer

dan 2.500.000 EUR, na aftrek van rechten, die overeenkomt met de

reële waarde (fair value), zoals die gedefinieerd is door IFRS 13 en

door het perscommuniqué van de BEAMA op 8 februari 2006, kan

dus verkregen worden door een bedrag van 2,5% rechten in minde-

ring van de investeringswaarde te brengen. Dit percentage van 2,5%

zal regelmatig herzien en aangepast worden voor zover het verschil

dat op de institutionele markt vastgesteld wordt meer dan +/- 0,5%

bedraagt. Voor de gebouwen van minder dan 2.500.000 EUR werden

de registratierechten afgetrokken.

Voor gebouwen met een investeringswaarde kleiner dan

2.500.000 EUR worden registratierechten ten bedrage van 10%

of 12,5% afgetrokken, afhankelijk van de regio waar het vastgoed

gelegen is.

De registratierechten die verband houden met gebouwen die in

Frankrijk en Nederland gelegen zijn, werden integraal afgetrokken

(fair value).

Panden met huurvorderingen

Cofinimmo is eigenaar van een aantal gebouwen waarvan de

huurinkomsten in het verleden aan een derde partij werden

verkocht. De deskundigen hebben deze panden in volle eigendom

(vóór de verkoop van de huurvorderingen) gewaardeerd. Op vraag

van Cofinimmo werden in de waarden hieronder opgenomen,

van de waarden in volle eigendom het bedrag van de resterende

huurvorderingen in mindering gebracht op basis van berekenin-

gen van Cofinimmo (residuële waarde). De deskundigen hebben

deze berekeningen van Cofinimmo niet aan een grondige analyse

onderworpen. Gedurende de komende kwartalen, zal de residuële

waarde dermate evolueren dat op de vervaldag van de huurvor-

deringen, de residuële waarde met de volle eigendom waarde zal

overeenstemmen.

Investeringswaarde en

realisatiewaarde (reële waarde)

Rekening houdend met de drie opinies bedraagt de investe-

ringswaarde van het vastgoedpatrimonium van Cofinimmo op

31 december 2014, 3329211 000 EUR.

Rekening houdend met de drie opinies bedraagt de reële waarde

(na aftrek van transactiekosten) van het vastgoedpatrimonium

van Cofinimmo op 31 december 2014 3 199 183000 EUR, deze

laatste waarde stemt overeen met de reële waarde (fair value),

conform de IAS/IFRS normen.

Op die basis bedraagt het rendement van de ontvangen of con-

tractuele huur, met inbegrip van activa die het voorwerp zijn van

een overdracht van schuldvorderingen, en met uitzondering van

98