Background Image
Previous Page  150 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 150 / 222 Next Page
Page Background

146

JAARREKENINGEN /

Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekeningen

G. Vastgoedbeleggingen

Vastgoedbeleggingen zijn beleggingen die worden aangehouden om

huurinkomsten op lange termijn te verwerven. In toepassing van IAS 40

worden vastgoedbeleggingen aan reële waarde gewaardeerd.

Onafhankelijke vastgoeddeskundigen bepalen elke drie maand de

waardering van de vastgoedportefeuille. Elke winst of verlies die het

gevolg is van een wijziging in de reële waarde na de verwerving van

een gebouw, wordt in de resultatenrekeningen geboekt. Huurinkomsten

van vastgoedbeleggingen worden geboekt zoals beschreven in (R). De

deskundigen voeren hun waardering uit op basis van de methode van

de verdiscontering van de huurinkomsten in overeenstemming met

de “International Valuation Standards/RICS Valuation Standards”, uit-

gegeven door het International Valuation Standards Committee/Royal

Institute of Chartered Surveyors en uiteengezet in het overeenkomstig

verslag. Deze waarde, hierna “investeringswaarde” genoemd, stemt

overeen met de prijs die een derde partij investeerder bereid zou zijn

te betalen teneinde elk van de gebouwen van de portefeuille te verwer-

ven om van hun huurinkomsten te genieten mits de tenlasteneming

van de gerelateerde kosten, zonder aftrek van de overdrachtskosten.

De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan

de betaling van de overdrachtsrechten of een belasting op de toege-

voegde waarde aan de publieke overheden.

De deskundige trekt dan van de investeringswaarde van de vastgoed-

beleggingen een aandeel van de overdrachtsrechten af, om zo de reële

waarde van de gebouwen te bepalen (zie Bijlage 21), zoals vastgelegd

in hun expertiseverslag.

Bij een verwerving of investeringen worden de overdrachtsrechten in

geval van een latere hypothetische verkoop rechtstreeks in het eigen

vermogen geboekt; elke daaropvolgende aanpassing wordt in de resul-

tatenrekeningen geboekt. Deze aanpassing wordt opgenomen in de

reserve bij de verwerking van het resultaat van het boekjaar.

Een vastgoedbelegging wordt overgeboekt als vast actief voor eigen

gebruik indien het door de eigenaar in gebruik wordt genomen, en zijn

reële waarde op de datum van de overboeking wordt de kost voor zijn

boekhoudkundige verwerking erna.

H. Projectontwikkelingen

Gebouwen die gebouwd, gerenoveerd, ontwikkeld of herontwikkeld zijn

voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging worden opgenomen

in de rubriek “Projectontwikkelingen” en gewaardeerd aan hun reële

waarde totdat de werken voltooid zijn. Dit betreft woonzorgcentra in

aanbouw of in ontwikkeling (uitbreiding) en leegstaande kantoorge-

bouwen die gerenoveerd of herontwikkeld worden of zullen worden.

Op het ogenblik dat de werken beëindigd zijn, worden de gebouwen

overgeboekt van de rubriek “Projectontwikkelingen” naar de rubriek

“Vastgoed beschikbaar voor verhuur” of “Gebouwen beschikbaar voor

verkoop” indien ze verkocht zullen worden. De reële waarde van de kan-

toorgebouwen die gerenoveerd of herontwikkeld zullen worden vermin-

dert bij nadering van de einddatum van de huurovereenkomst en de

begindatum van de werken.

Alle kosten die rechtstreeks met de verwerving en de bouw verbonden

zijn en alle daaropvolgende investeringsuitgaven die als verwervings-

kosten worden gekwalificeerd, worden gekapitaliseerd. Indien de duur

van het project een jaar overschrijdt, worden de interestkosten gekapi-

taliseerd aan een interest die de gemiddelde leningkost van de Groep

weerspiegelt.

I. Eigendom verhuurd voor lange periodes

I Types van lange termijnhuurovereenkomsten

Onder de Belgische wetgeving kan vastgoed onder twee verschillende

regimes langdurig worden verhuurd:

gewone lange termijnhuurovereenkomsten: de verplichtingen van

de verhuurder blijven in essentie gelijk aan deze in alle andere

huurovereenkomsten, bv. verzekeren dat de bezette ruimte

beschikbaar blijft voor de huurder gedurende de volledige termijn

van de overeenkomst. De verhuurder voldoet aan deze verplichting

als hij de onderhoudslasten (andere dan huurlasten) en de

verzekeringskosten tegen brand en andere schadegevallen draagt;

lange termijnhuurovereenkomsten die gepaard gaan met de

overdracht van een zakelijk recht door de rechtverschaffer

aan de begunstigde: in dit geval zal het eigendomsrecht

tijdelijk overgedragen worden aan de begunstigde die o.a. de

onderhouds- (andere dan huurlasten) en verzekeringskosten

zal dragen. Drie types contracten vallen onder deze categorie:

(a) de erfpachtovereenkomst, die minimaal 27 jaar en maximaal

99 jaar duurt en van toepassing kan zijn op terreinen en/of

gebouwen, (b) het opstalrecht, dat geen minimumduur heeft

maar de termijn van 50 jaar niet mag overschrijden en (c) het

recht van vruchtgebruik, dat geen minimumtermijn heeft maar

de termijn van 30 jaar niet mag overschrijden, en toepasbaar

is op bebouwde of braakliggende grond. In al deze contracten

behoudt de rechtverschaffer het residueel recht, in die mate dat

hij het volledige eigendomsrecht van het gebouw op het einde

van de overeenkomst terugkrijgt, inclusief het eigendomsrecht

van de constructies van de begunstigde, met of zonder

schadeloosstelling voor deze constructies, afhankelijk van de

contractuele voorwaarden. Er kan echter voor het residueel

recht een aankoopoptie verleend worden, die de begunstigde

gedurende of op het einde van de overeenkomst kan uitoefenen.

II Lange termijnhuurovereenkomsten onder de vorm van

financiële leasings

Indien de huurovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden van

een financiële leasing volgens de norm IAS 17 §10, zal de Groep, als

rechtverschaffer, de huurovereenkomst bij haar aanvang in de balans

ingeven als een vordering, voor een bedrag gelijk aan de netto inves-

tering in de huurovereenkomst. Het verschil tussen dit laatste bedrag

en de boekwaarde van de verhuurde eigendom bij de aanvang van de

huurovereenkomst (exclusief de waarde van het residueel recht die de

Groep behoudt) zal geboekt worden in de resultatenrekeningen van die

periode. Elke verrichte periodieke betaling door de leasingnemer zal

door de Groep gedeeltelijk ingebracht worden als een terugbetaling van

kapitaal en gedeeltelijk als een financiële opbrengst, gebaseerd op een

constante periodieke return voor de Groep.

Het door de Groep behouden residueel recht zal op elke balansdatum

geboekt worden aan reële waarde. Deze waarde zal elk jaar stijgen

en op het einde van de huurovereenkomst overeenstemmen met de

marktwaarde van de volle eigendom. De variaties in de reële waarde

zullen geboekt worden onder de rubriek “Variaties in de reële waarde

van vastgoedbeleggingen” in de resultatenrekeningen.

Indien, anderzijds, Cofinimmo de begunstigde is van een financi-

ële leasing, zoals vastgelegd door de norm IAS 17, zal zij een actief

erkennen aan een waarde die gelijk is aan de reële waarde van het

gehuurde goed of, indien deze lager is, aan de verdisconteerde waarde

van de minimale huurgelden, waarvan het overeenkomstig bedrag

geboekt wordt als een financiële schuld. De geïnde huren van de

huurders worden onder “Huurinkomsten” geboekt. De betalingen aan

de rechtverschaffer tijdens de duur van het contract worden gedeel-

telijk onder “Financiële kosten” en gedeeltelijk als afschrijving van de

gerelateerde financiële schuld geboekt. Op elke balansdatum zal het

tijdelijk verkregen recht geherwaardeerd worden aan zijn reële waarde

in overeenstemming met de norm IAS 40 - “Vastgoedbeleggingen”. Het

progressieve waardeverlies resulterend uit de doorlooptijd wordt hierbij

geboekt als “Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen” in

de resultatenrekeningen.

III Overdracht van toekomstige huurgelden in het

kader van een lange termijnhuurovereenkomst die niet

gekwalificeerd is als financiële leasing

Het bedrag, verkregen door de Groep als gevolg van de overdracht

van de toekomstige huurgelden, zal geboekt worden in mindering van

de waarde van het gebouw, in de mate waarin de overdracht van de

huurgelden tegenstelbaar is aan derden en dat bijgevolg de markt-

waarde van het gebouw verminderd is met het bedrag van de toe-

komstige overgedragen huren. De progressieve hersamenstelling van