149
evenals de Nederlandse vennootschappen die in aanmerking komen
voor het FBI-stelsel. Indien vennootschappen worden verworven die
niet in aanmerking komen voor de GVV-, SIIC-, of FBI-stelsels, wordt
een uitgestelde belasting op de niet-gerealiseerde meerwaarde van de
vastgoedbeleggingen geboekt.
V. Aandelenopties
Betalingen gebaseerd op aandelen en afgewikkeld in eigenvermo-
gensinstrumenten aan werknemers en de leden van het Directiecomité,
worden gewaardeerd aan de reële waarde van de eigenvermogensin-
strumenten op de toekenningsdatum. Details over de bepaling van
de reële waarde van transactie waarvan de betaling gebaseerd is op
aandelen en die afgewikkeld worden in eigenvermogensinstrumenten
worden gegeven in Bijlage 44.
W. Schattingen, beoordelingen en belangrijkste bron-
nen van onzekerheid
I Reële waarde van de vastgoedportefeuille
De waarde van het patrimonium van Cofinimmo wordt driemaandelijks
gewaardeerd door vastgoeddeskundigen. Deze waardering van de
vastgoeddeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw
te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de
markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. Cofinimmo
maakt ook zelf en parallel aan het werk van de vastgoeddeskundigen
een waardering van haar patrimonium vanuit het perspectief van con-
tinue uitbating ervan door haar eigen teams. De portefeuille wordt in
de geconsolideerde rekeningen van de Groep geboekt tegen de reële
waarde die door de vastgoeddeskundigen wordt bepaald.
II Financiële instrumenten
De reële waarde van de financiële instrumenten van de Groep wordt
berekend op basis van de marktwaarden in het Bloomberg
1
pro-
gramma. Deze reële waarden worden vergeleken met de driemaande-
lijkse schattingen van de banken en de belangrijke verschillen worden
geanalyseerd.
Meer details vindt u in Bijlage 24.
III Goodwill
De goodwill wordt bij de verwerving berekend als het positieve verschil
tussen de verwervingskost en het aandeel van Cofinimmo in het ver-
worven nettoactief. Deze goodwill wordt vervolgens onderworpen aan
een waardeverminderingstest waarbij de netto boekhoudwaarde van
de groepen gebouwen met hun bedrijfswaarde wordt vergeleken. De
berekening van de bedrijfswaarde is gebaseerd op hypotheses van de
toekomstige kasstromen, het indexeringspercentage, kasstroomjaren
en restwaarden.
Meer details vindt u in Bijlage 20.
IV Transacties
In het kader van een patrimoniumverwerving door de aankoop van
aandelen van vennootschappen baseert de Groep zich op het bezit-
spercentage van de aandelen en de benoemingsbevoegdheid van de
Bestuurders om te bepalen of de Groep een gezamenlijke of een glo-
bale controle uitoefent.
Indien een patrimonium overeenkomt met de definitie van een bedrijfs-
combinatie zoals bepaald in IFRS 3, herwaardeert de Groep de verwor-
ven activa en verplichtingen bij dergelijke bedrijfscombinatie tegen
hun reële waarde. De reële waarde van het verworven vastgoedpa-
trimonium wordt opgesteld op basis van de waarde bepaald door de
vastgoeddeskundigen.
Meer details vindt u in Bijlage 43.
1
De gegevens van Bloomberg zijn het resultaat van observaties van reële
transactieprijzen en van de toepassing van waarderingsmodellen, ontwikkeld in
de wetenschappelijke literatuur, op deze observaties
(www.bloomberg.com).