145
ontvangen vergoeding wordt onmiddellijk opgenomen in het eigen
vermogen.
II Joint ventures
Een jointventure is een gezamenlijk akkoord waarbij de partijen die een
gezamenlijke controle uitoefenen, rechten hebben op het nettoactief
van het akkoord. De geconsolideerde resultatenrekeningen bevatten
het aandeel van de Groep in de resultaten van de aanverwante ven-
nootschappen en joint ventures overeenkomstig de vermogensmuta-
tiemethode. Dit aandeel wordt berekend vanaf de begindatum tot op
de einddatum van de gezamenlijke controle. De jaarrekeningen van de
gezamenlijk gecontroleerde entiteiten omvatten dezelfde boekhoudpe-
riode als die van de vennootschap.
III In de consolidatie geëlimineerde transacties
Intra-groep saldi en transacties, en alle winsten uit intra-groep transac-
ties, worden geëlimineerd bij het voorbereiden van de geconsolideerde
jaarrekeningen. De winsten uit transacties met gezamenlijk gecontro-
leerde entiteiten worden geëlimineerd in verhouding met het belang
van de Groep in die entiteiten. Verliezen worden op dezelfde manier
geëlimineerd als de winsten, maar enkel voor zover er geen indicatie
is van waardeverlies.
Een lijst van de vennootschappen van de Groep is opgenomen in
Bijlage 43 van de geconsolideerde jaarrekeningen.
D. Goodwill en Bedrijfscombinaties
Wanneer de Groep de controle verwerft over een geïntegreerd
geheel van activiteiten en activa dat beantwoordt aan de defini-
tie van een onderneming (“business”) overeenkomstig IFRS 3 -
“Bedrijfscombinaties”, worden de activa, verplichtingen en eventuele
identificeerbare verplichtingen van de verworven vennootschap aan
hun reële waarde geboekt op de datum van verwerving. De goodwill is
het positieve verschil tussen de verwervingskost (exclusief verwante
verwervingskosten), vermeerderd met eventuele minderheidsbelan-
gen, en de reële waarde van het verworven nettoactief. Als dit verschil
negatief is (“negatieve goodwill”), wordt het onmiddellijk in het resul-
taat geboekt na bevestiging van de waarden.
Na de initiële boeking wordt de goodwill niet afgeschreven maar onder-
worpen aan een waardeverminderingstest die minstens elk jaar wordt
uitgevoerd op de kasstroomgenererende eenheden waaraan de good-
will werd toegewezen. Indien de boekwaarde van een kasstroomge-
nererende eenheid de bedrijfswaarde overschrijdt, zal het hieruit vol-
gende waardeverlies geboekt worden in het resultaat en tegengeboekt
in eerste instantie in de eventuele goodwill en vervolgens in de andere
activa van de eenheid, verhoudingsgewijs aan hun boekwaarde. Een
waardeverlaging die op een goodwill geboekt wordt, wordt tijdens een
later boekjaar niet teruggenomen.
Overeenkomstig IFRS 3 kan de goodwill voorlopig bepaald worden bij
de verwerving en binnen de 12 daaropvolgende maanden worden aan-
gepast. Dit werd overigens reeds toegepast voor de goodwill van CIS.
Bij de overdracht van een kasstroomgenerende eenheid wordt het
bedrag van de goodwill die hieraan wordt toegekend, opgenomen in de
vaststelling van het resultaat van de overdracht.
E. Omzetting van vreemde munten
I Buitenlandse entiteiten
Er is geen dochtervennootschap waarvan jaarrekeningen op balansda-
tum worden opgesteld in een andere valuta dan de euro.
II Vreemde valuta transacties
Vreemde valuta transacties worden initieel erkend aan de wisselkoers
op de dag van de transactie. Op balansdatum worden de monetaire
activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta omgerekend aan
de slotkoers. Wisselkoersverschillen, resulterend uit de verrekening van
vreemde valuta en van de verrichtingen van monetaire activa en ver-
plichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta, worden in de resultatenreke-
ningen opgenomen als financiële opbrengst of financiële kost.
F. Afgeleide financiële instrumenten
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten (Interest Rate
Swaps, aankoop van CAP-opties, verkoop van FLOOR-opties) om zich
in te dekken tegen renterisico’s afkomstig van operationele, financiële
en investeringsactiviteiten. Meer details over de afgeleide financiële
instrumenten vindt u in Bijlage 24.
Afgeleide financiële instrumenten worden initieel aan hun kostprijs
erkend en worden geherwaardeerd aan hun reële waarde op de daar-
opvolgende balansdata.
De reële waarde van Interest Rate Swaps, CAP-opties, FLOOR-opties en
andere financiële afgeleide instrumenten is de geschatte waarde die
de Groep zou ontvangen of betalen om de positie te sluiten op balans-
datum. Hierbij wordt rekening gehouden met de van toepassing zijnde
spot en forward rentetarieven, de waarde van de optie en de krediet-
waardigheid van de tegenpartijen.
De herwaardering gebeurt voor het geheel van de afgeleide producten
op basis van dezelfde koers- en volatiliteitsveronderstellingen aan de
hand van een toepassing van de zelfstandige leverancier van markt-
gegevens Bloomberg. Deze herwaardering wordt vergeleken met deze
van de banken waarbij elk belangrijk verschil tussen beide herwaarde-
ringen wordt gedocumenteerd. Zie ook punt W hierna.
De boekhoudkundige verwerking is afhankelijk van de kwalificatie van
het afgeleide instrument als afdekkingsinstrument en van het type
afdekking. Een afdekkingsinstrument wordt enkel en alleen als dusdanig
erkend als aan elk van de volgende voorwaarden voldaan is:
•
bij de implementatie van de afdekking is er een formele
identificatie en documentatie van de afdekkingsrelatie vereist,
alsook de doelstellingen en het afdekkingsbeleid van de
vennootschap om de afdekking op te stellen;
•
de afdekkingsrelatie moet werkelijk efficiënt zijn in de compensatie
van de variaties in de reële waarde of de kasstromen die
toegeschreven kunnen worden aan het afgedekte risico;
•
de efficiëntie van de afdekking moet op betrouwbare wijze kunnen
worden ingeschat;
•
de afdekking wordt continu beoordeeld en wordt als zeer efficiënt
aanzien doorheen boekhoudperiodes waarvoor de afdekking was
opgesteld.
I Afdekking van de reële waarde
De winst of het verlies op het afdekkingsinstrument wordt in de resul-
tatenrekeningen geboekt indien dit afgeleide instrument de variaties in
de reële waarde van een geboekte vordering, verplichting of van een
niet-geboekte verbintenis of van een geïdentificeerd deel van een der-
gelijke vordering, verplichting of verbintenis dat toewijsbaar is aan een
geïdentificeerd risico, afdekt. Het afgedekte element wordt eveneens
gewaardeerd aan reële waarde voor het afgedekte risico waarbij elke
winst of elk verlies in de resultatenrekeningen wordt geboekt.
II Kasstroomafdekking
Het gedeelte van de winst of het verlies op een instrument dat een
afdekking is tegen kasstroomschommelingen, die het gevolg zijn van
een geïdentificeerd risico op een actief of passief bestanddeel, een
verplichting of van een hoogst waarschijnlijk verwachte transactie,
wordt rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt. Het niet-effectieve
deel van de winst of het verlies van het afdekkingsinstrument wordt
onmiddellijk in de resultatenrekeningen geboekt.
Wanneer de verplichting of de verwachte transactie nadien leidt tot de
boeking van een financieel actief of passief, worden de geassocieerde
verliezen of winsten, die initieel in het eigen vermogen geboekt waren,
overgeboekt naar de resultatenrekeningen in hetzelfde boekjaar of
boekjaren waarin het financieel actief of passief een invloed heeft op
de resultatenrekeningen.
Wanneer het afdekkingsinstrument of de afdekkingsrelatie wordt
beëindigd (zelfs gedeeltelijk), wordt de gecumuleerde winst of verlies
op dat moment in de resultatenrekeningen (eventueel gedeeltelijk)
gerecycleerd.