Background Image
Previous Page  151 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 151 / 222 Next Page
Page Background

147

de overgedragen huren zal in de resultatenrekening geboekt worden

onder de rubriek “Terugnemingen van overgedragen en verdiscon-

teerde huren”.

De variaties in de reële waarde van het gebouw zullen afzonderlijk in de

resultatenrekeningen geboekt worden onder de rubriek “Variaties in de

reële waarde van vastgoedbeleggingen”.

J. Andere vaste activa

I Vaste activa voor eigen gebruik

In overeenstemming met de alternatieve methode toegestaan door de

norm IAS 16 §31 wordt het deel van het gebouw dat door de vennoot-

schap zelf als maatschappelijke zetel wordt gebruikt, gewaardeerd

aan reële waarde. Het is opgenomen onder de rubriek “Materiële vaste

activa voor eigen gebruik”.

II Daaropvolgende uitgaven

De uitgaven om een gebouw te renoveren dat afzonderlijk wordt

geboekt, worden gekapitaliseerd. De andere uitgaven worden enkel

gekapitaliseerd wanneer zij de toekomstige economische winsten van

het gebouw verhogen. Alle andere uitgaven worden als kosten in de

resultatenrekeningen geboekt (zie S II).

III Afschrijving

Vastgoedbeleggingen, zij het terreinen of constructies, worden niet

afgeschreven maar geboekt aan reële waarde (zie G). Een afschrijving

wordt geboekt in de resultatenrekeningen op lineaire basis over de ver-

wachte economische levensduur van de volgende elementen:

installaties 4-10 jaar;

meubilair 8-10 jaar;

computer hardware 4 jaar;

software 4 jaar.

IV Activa bestemd voor verkoop

De activa bestemd voor verkoop (vastgoedbeleggingen) worden afzon-

derlijk in de balans voorgesteld aan een waarde die overeenstemt met

hun reële waarde.

V Waardevermindering (“Impairment”)

De andere vaste activa zijn enkel onderworpen aan een waardevermin-

deringstest wanneer kan worden aangetoond dat hun boekwaarde niet

invorderbaar zal zijn door hun gebruik of verkoop.

K. Financiële leasingvorderingen

I Financiële leasingvorderingen

Financiële leasingvorderingen worden gewaardeerd op basis van hun

geactualiseerde waarde aan de marktrentevoet die geldt op het tijd-

stip van hun uitgifte. Indien ze geïndexeerd worden aan de inflatie-in-

dex, wordt hier geen rekening mee gehouden bij de bepaling van de

geactualiseerde waarde. Indien beroep wordt gedaan op een afgeleid

financieel afdekkingsinstrument, zal de marktrente voor dit instrument

als discontovoet dienen voor het berekenen van de marktwaarde van

de betrokken vorderingen op het einde van elke boekhoudperiode. In

dit geval is de totale niet-gerealiseerde winst gegenereerd door de

waardering aan marktwaarde van de vordering beperkt tot het latent

verlies resulterend uit de waardering aan marktwaarde (zie F I) van het

afdekkingsinstrument.

Daarentegen zal elk latent verlies gegenereerd door de vordering inte-

graal in de resultatenrekeningen worden geboekt.

I Publiek-private vastgoedsamenwerkingen

Met uitzondering van het politiecommissariaat te Dendermonde, dat

beschouwd wordt als operationele leasing en bijgevolg geboekt wordt

als vastgoedbelegging, worden de Publiek-private samenwerkingen

opgenomen als “Financiële leasingvordering”. Zij zijn onderworpen aan

de IFRIC 12. Voor de boekingen, zie punt K I.

L. Kas en kasequivalenten

Kas en kasequivalenten bevatten de bankrekeningen, geldmiddelen en

korte termijnbeleggingen.

M. Eigen vermogen

I Gewone aandelen

Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. De

externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van

nieuwe aandelen worden afgetrokken van de opgehaalde bedragen,

verminderd met belastingen.

II Bevoorrechte aandelen en obligaties terugbetaalbaar in

aandelen

Bevoorrechte aandelen en obligaties terugbetaalbaar in aandelen

worden geclassificeerd als eigen vermogen indien deze voldoen aan

de definitie van een instrument van eigen vermogen volgens de norm

IAS 32.

III Inkoop van eigen aandelen

Wanneer de Groep overgaat tot de inkoop van eigen aandelen wordt

het betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten, erkend als

een variatie in het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden

als een vermindering van de rubrieken “Kapitaal” en “Uitgiftepremies”

voorgesteld. De opbrengst van de verkoop van eigen aandelen wordt

rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen, zonder dat dit enige

impact heeft op de resultatenrekeningen.

IV Dividenden

Dividenden worden geboekt als schuld na hun goedkeuring door de

Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

N. Interestdragende leningen

Interestdragende leningen worden initieel aan kostprijs geboekt, ver-

minderd met de toewijsbare transactiekosten. Vervolgens worden

interestdragende leningen gewaardeerd aan geamortiseerde kost-

prijs, waarbij het verschil tussen de aflossingskost en de aflossings-

waarde geboekt wordt in de resultatenrekeningen over de periode van

de lening op basis van de methode van effectieve rente. Als voorbeeld

worden erelonen betaald aan de uitlener of wettelijke erelonen geïnte-

greerd in de berekening van de effectieve rente. Vastrentende leningen

worden berekend volgens de methode van de geamortiseerde kost-

prijs. Indien een vastrentende lening echter wordt ingeruild tegen een

lening met vlottende rente d.m.v. een Interest Rate Swap, overeenkom-

stig de afdekkingsboekhouding van de reële waarde (IAS 39 §86), zal

de variatie in de reële waarde van de Swap in de resultatenrekeningen

gecompenseerd worden met de aanpassing van de wijziging in de

boekhoudwaarde van de vastrentende lening (zie F I).

De converteerbare lening wordt gewaardeerd in reële waarde op

balansdatum.

O. Voordelen aan het personeel

De Groep voorziet in een toegezegde pensioenbijdrageregeling

(“defined contribution pension scheme”) voor haar medewerkers. Dit

plan werd toevertrouwd aan een verzekeringsmaatschappij en is dus

onafhankelijk van de Groep. Bijdragen betaald gedurende het boekjaar

worden ten laste genomen.

P. Voorzieningen

Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de Groep een

wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een

gebeurtenis uit het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat een

uitgaande kasstroom noodzakelijk zal zijn om aan de verplichting te

voldoen. Voorzieningen worden gewaardeerd door de verwachte toe-

komstige kasstromen aan de actuele marktrente te berekenen en,

indien toepasbaar, door het specifiek risico dat aan de verplichting

gelinkt is te weerspiegelen.