144
/
Jaarrekeningen /
Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekeningen
verhogen. Alle andere uitgaven worden als kosten in de resultatenrekenin-
gen geboekt (zie S II).
III Afschrijving
Vastgoedbeleggingen, zij het terreinen of constructies, worden niet afge-
schreven maar geboekt aan reële waarde (zie G). Een afschrijving wordt
geboekt in de resultatenrekeningen op lineaire basis over de verwachte
economische levensduur van de volgende elementen:
•
installaties 4-10 jaar;
•
meubilair 8-10 jaar;
•
computer hardware 4 jaar;
•
software 4 jaar.
IV Activa bestemd voor verkoop
De activa bestemd voor verkoop (vastgoedbeleggingen) worden afzonderlijk
in de balans voorgesteld aan een waarde die overeenstemt met hun reële
waarde.
V Waardevermindering
(“Impairment”)
De andere vaste activa zijn enkel onderworpen aan een waardeverminde-
ringstest wanneer kan worden aangetoond dat hun boekwaarde niet invor-
derbaar zal zijn door hun gebruik of verkoop.
K. Financiële leasingvorderingen
Financiële leasingvorderingen worden gewaardeerd op basis van hun geac-
tualiseerde waarde aan de marktrentevoet die geldt op het tijdstip van hun
uitgifte. Indien ze geïndexeerd worden aan de inflatie-index, wordt hier geen
rekening mee gehouden bij de bepaling van de geactualiseerde waarde.
Indien beroep wordt gedaan op een afgeleid financieel afdekkingsinstru-
ment, zal de marktrente voor dit instrument als discontovoet dienen voor
het berekenen van de marktwaarde van de betrokken vorderingen op het
einde van elke boekhoudperiode. In dit geval is de totale niet-gerealiseerde
winst gegenereerd door de waardering aan marktwaarde van de vordering
beperkt tot het latent verlies resulterend uit de waardering aan marktwaarde
(zie F I) van het afdekkingsinstrument.
Daarentegen zal elk latent verlies gegenereerd door de vordering integraal in
de resultatenrekeningen worden geboekt.
L. Kas en kasequivalenten
Kas en kasequivalenten bevatten de bankrekeningen, geldmiddelen en korte
termijnbeleggingen.
M. Eigen vermogen
I Gewone aandelen
Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. De externe
kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aan-
delen worden afgetrokken van de opgehaalde bedragen, verminderd met
belastingen.
II Bevoorrechte aandelen en obligaties terugbetaalbaar in
aandelen
Bevoorrechte aandelen en obligaties terugbetaalbaar in aandelen worden
geclassificeerd als eigen vermogen indien deze voldoen aan de definitie van
een instrument van eigen vermogen volgens de norm IAS 32.
III Inkoop van eigen aandelen
Wanneer de Groep overgaat tot de inkoop van eigen aandelen wordt het
betaalde bedrag, inclusief de direct toewijsbare kosten, erkend als een
variatie in het eigen vermogen. Ingekochte eigen aandelen worden als een
vermindering van de rubrieken “Kapitaal” en “Uitgiftepremies” voorgesteld.
De opbrengst van de verkoop van eigen aandelen wordt rechtstreeks opge-
nomen in het eigen vermogen, zonder dat dit enige impact heeft op de
resultatenrekeningen.
IV Dividenden
Dividenden worden geboekt als schuld na hun goedkeuring door de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
N. Interestdragende leningen
Interestdragende leningen worden initieel aan kostprijs geboekt, vermin-
derd met de toewijsbare transactiekosten. Vervolgens worden interestdra-
gende leningen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, waarbij het
verschil tussen de aflossingskost en de aflossingswaarde geboekt wordt
in de resultatenrekeningen over de periode van de lening op basis van de
methode van effectieve rente. Als voorbeeld worden erelonen betaald aan
de uitlener of wettelijke erelonen geïntegreerd in de berekening van de effec-
tieve rente. Vastrentende leningen worden berekend volgens de methode
van de geamortiseerde kostprijs. Indien een vastrentende lening echter
wordt ingeruild tegen een lening met vlottende rente d.m.v. een Interest Rate
Swap, overeenkomstig de afdekkingsboekhouding van de reële waarde
(IAS 39 § 86), zal de variatie in de reële waarde van de Swap in de resulta-
tenrekeningen gecompenseerd worden met de aanpassing van de wijziging
in de boekhoudwaarde van de vastrentende lening (zie F I).
De converteerbare lening wordt gewaardeerd in reële waarde op balansda-
tum.
O. Voordelen aan het personeel
De Groep voorziet in een toegezegde pensioenbijdrageregeling (“defined
contribution pension scheme”) voor haar medewerkers. Dit plan werd toe-
vertrouwd aan een verzekeringsmaatschappij en is dus onafhankelijk van
de Groep. Bijdragen betaald gedurende het boekjaar worden ten laste
genomen.
P. Voorzieningen
Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de Groep een wettelijke
of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit
het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitgaande kasstroom
noodzakelijk zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen wor-
den gewaardeerd door de verwachte toekomstige kasstromen aan de actu-
ele marktrente te berekenen en, indien toepasbaar, door het specifiek risico
dat aan de verplichting gelinkt is te weerspiegelen.
Q. Handels- en andere schulden
Handels- en andere schulden worden aan kostprijs gewaardeerd.
R. Operationele opbrengsten
De operationele opbrengsten omvatten de huurinkomsten en opbrengsten
resulterend uit de vastgoeddiensten.
De inkomsten van de huurovereenkomsten worden geboekt in de rubriek
“Huurinkomsten”. Sommige huurovereenkomsten voorzien een gratis
gebruiksperiode gevolgd door een periode waarin de huurder de overeen-
gekomen huur verschuldigd is. In dat geval wordt het totale bedrag van het
te ontvangen contractuele huurgeld tot aan de eerste opzegmogelijkheid
door de huurder in het resultaat geboekt (rubriek “huurinkomsten”) pro rata
temporis over de looptijd van de huurovereenkomst die loopt van de datum
van in gebruik name tot aan de datum van die eerste opzegmogelijkheid
(i.e. over de vaste looptijd van de huurovereenkomst). Meer in het bijzonder
wordt het contractuele huurgeld, uitgedrukt als een jaarlijks bedrag, eerst
geboekt onder opbrengsten en de huurkorting wordt over deze vaste loop-
tijd van de huurovereenkomst gespreid en vervolgens geboekt in de kos-
ten. Bijgevolg wordt eerst een overlopende actiefrekening gedebiteerd bij
het begin van de huurovereenkomst die overeenkomt met de verschuldigde
maar nog niet vervallen huurinkomsten (zonder huurkorting).
Wanneer de vastgoeddeskundigen de waarde van de gebouwen schatten
op basis van de methode van de toekomstige geactualiseerde cashflows,
integreren ze de totale nog te ontvangen huurgelden in deze waarden.
Bijgevolg is de overlopende rekening waarvan hierboven sprake een dubbel