158
/
Jaarrekeningen /
Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekeningen
1
Bijlage 21 toont de reconciliatie van de totale variatie in de reële waarde van de vastgoedbeleggingen.
2
De waardevermindering op 31.12.2013 is voornamelijk afkomstig van de gebouwen Wetenschap 15-17 (K€ -7653) en Livingstone I & II (K€ -8744). De waarde van deze gebouwen is
gedaald aangezien zij een belangrijke renovatie dienen te ondergaan.
Vastgoed beschikbaar voor verhuur
(x €1000)
2013
2012
OP 01.01
3156893
3110678
Gekapitaliseerde uitgaven
17868
6206
Verwervingen
528
43413
Overdrachten van/naar Activa bestemd voor verkoop
-410
-1400
Overdrachten van/naar Projectontwikkelingen
12473
-58509
Verkoop/Afstand (reële waarde van verkochte/afgestane activa)
-4678
-1974
Terugnemingen van overgedragen en verdisconteerde huren
25276
22994
Stijging/Daling van de reële waarde
1
-8920
35485
OP 31.12
3199030
3156893
Projectontwikkelingen
(x €1000)
2013
2012
OP 01.01
131857
57752
Investeringen
35015
30275
Verwervingen
6883
6698
Overdrachten van/naar Vastgoed beschikbaar voor verhuur
-12473
58509
Verkoop/Afstand (reële waarde van verkochte/afgestane activa)
-14422
Stijging/Daling van de reële waarde
1,2
-16327
-21377
OP 31.12
130533
131857
Vaste activa voor eigen gebruik
(x €1000)
2013
2012
OP 01.01
9150
9130
Stijging/Daling van de reële waarde
1
-4
20
OP 31.12
9146
9150
Reële waarde van de vastgoedbeleggingen
Vastgoedbeleggingen worden geboekt aan reële waarde, gebruik makend
van het model van de reële waarde overeenkomstig de norm IAS 40. Deze
reële waarde is gelijk aan het bedrag waaraan een gebouw verhandeld kan
worden tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen die in normale
mededingingsomstandigheden handelen. Het werd bepaald door de onaf-
hankelijke deskundigen in twee fases.
In een eerste fase bepalen de deskundigen de investeringswaarde van elk
gebouw (zie methodes hierna).
In een tweede fase trekken de deskundigen op de investeringswaarde een
geschat bedrag voor transactiekosten af die de koper of verkoper moet
betalen om een eigendomsoverdracht te kunnen uitvoeren. De investerings-
waarde min de geschatte transactiekosten (overdrachtsrechten) is de reële
waarde overeenkomstig de norm IAS 40.
In België is de overdracht van eigendom in principe onderworpen aan de
perceptie van overdrachtsrechten. Het bedrag van deze rechten is afhanke-
lijk van de overdrachtsmethode, de hoedanigheid van de koper en de geo-
grafische ligging van het goed. De eerste twee elementen, en bijgevolg het
bedrag van de te betalen rechten, zijn slechts gekend eens de eigendoms-
overdracht werd voltooid.
De waaier aan mogelijkheden van vastgoedoverdracht en hun overeen-
stemmende rechten zijn voornamelijk de volgende:
•
verkoopsovereenkomsten voor vastgoed: 12,5% voor goederen in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in Wallonië, 10% voor goederen
gelegen in Vlaanderen;
•
verkoop van vastgoed onder het makelaarsregime: 4,0% tot 8,0%,
volgens de Gewesten;
•
erfpachtovereenkomsten voor vastgoed (tot 50 jaar voor het
opstalrecht en tot 99 jaar voor het erfpachtrecht): 2,0%;
•
verkoopsovereenkomsten voor vastgoed waarbij de koper een
instantie van publiek recht is (bv. een entiteit van de Europese Unie,
van de Federale Regering, van een regionale regering of van een
buitenlandse regering): vrijstelling van rechten;
•
inbreng in natura van vastgoed tegen uitgifte van nieuwe aandelen ten
voordele van de inbrenger: vrijstelling van rechten;
•
verkoopsovereenkomst voor aandelen van een
vastgoedvennootschap: afwezigheid van rechten;
•
fusie, splitsing of andere reorganisatie van vennootschappen:
afwezigheid van rechten; enz.
Het effectieve percentage van de overdrachtsrechten varieert van 0% tot
12,5%. Het is onmogelijk te voorspellen welk percentage van toepassing zal
zijn bij de overdracht van een gegeven vastgoed vooraleer de overdracht
werkelijk plaatsvond.