Background Image
Previous Page  164 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 164 / 222 Next Page
Page Background

160

JAARREKENINGEN /

Bijlagen bij de geconsolideerde jaarrekeningen

BIJLAGE 20. GOODWILL

Pubstone

De verwerving in twee fases (31.10.2007 en 27.11.2008) van 89,90% van

de aandelen van Pubstone Group NV (voordien Express Properties NV)

(zie bladzijde 31 van het Jaarlijks Financieel Verslag 2008) leverde voor

Cofinimmo een goodwill op die afkomstig is uit het positieve verschil

tussen de verwervingskost en het aandeel van Cofinimmo in de reële

waarde van het verworven netto-actief. Deze goodwill is meer in het bij-

zonder het resultaat van:

het positieve verschil tussen de overeengekomen waarde die bij de

verwerving werd geboden voor de vastgoedactiva (tegenwaarde

van de voor de aandelen betaalde prijs) en de reële waarde van deze

vastgoedactiva (uitgedrukt na aftrek van de overdrachtsrechten,

zijnde respectievelijk 10,0% of 12,5% in België en 6,0% in Nederland);

en van de uitgestelde belasting die overeenkomt met de theoreti-

sche hypothese, die werd opgelegd door de IAS/IFRS normen, van

een onmiddellijke verkoop van alle gebouwen op de balansdatum.

Een belastingniveau van respectievelijk 34% en 25% voor de in

België en Nederland gelegen activa werd toegepast op het verschil

tussen de fiscale waarde van de activa en hun marktwaarde bij de

verwerving

Cofinimmo Investissements et Services (CIS)

De verwerving van 100%van de aandelen van Cofinimmo Investissements

et Services (CIS) SA (voordien Cofinimmo France SA) op 20.03.2008

leverde voor Cofinimmo een goodwill op die afkomstig is uit het posi-

tieve verschil tussen de verwervingskost en de reële waarde van het ver-

worven netto-actief. Deze goodwill is meer in het bijzonder het resultaat

van het positieve verschil tussen de overeengekomen waarde die bij de

verwerving werd geboden voor de vastgoedactiva (tegenwaarde van de

voor de aandelen betaalde prijs) en de reële waarde van deze vastgoe-

dactiva (uitgedrukt na aftrek van de overdrachtsrechten van 1,8% en 6,2%

in Frankrijk).

Variaties van de goodwill

(x €1000)

Pubstone België

Pubstone Nederland

CIS Frankrijk

Totaal

Kost

OP 01.01.2014

100157

39250

26929

166336

OP 31.12.2014

100157

39250

26929

166336

Waardeverliezen

OP 01.01.2014

33380

3600

36980

Tijdens het boekjaar geboekte

waardeverliezen

11000

11000

OP 31.12.2014

44380

3600

47980

Boekhoudkundige waarde

OP 01.01.2014

66777

35650

26929

129356

OP 31.12.2014

55777

35650

26929

118356

Waardeverminderingstest

Aan het einde van het boekjaar 2014 werd de goodwill onderworpen

aan een waardeverminderingstest (gerealiseerd op het niveau van de

gebouwengroepen waaraan hij per land werd toegewezen) door de

reële waarde van de gebouwen samen met de goodwill te vergelijken

met hun bedrijfswaarde.

De reële waarde van de gebouwen is de waarde van het patrimonium

zoals bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen. Deze

reële waarde wordt voorbereid op basis van drie waarderingsmetho-

des: de kapitalisatiemethode van de GHW (Geschatte Huurwaarde), de

cashflow-methode (extrapolaties van kasgeldstromen) en de residuele

methode. De belangrijkste hypotheses waarmee de onafhankelijke vast-

goeddeskundigen daarbij rekening houden zijn het indexeringsniveau,

het kapitalisatieniveau en de geraamde voortverkoopwaarde van de

gebouwen aan het einde van de huurovereenkomst. Deze hypotheses

zijn gebaseerd op marktobservaties teneinde rekening te houden met

de verwachtingen van de beleggers, meer bepaald inzake de inkom-

stengroei en de door de markt gevraagde risicopremie. Meer informa-

tie staat in het Verslag van de vastgoeddeskundigen in dit Jaarlijks

Financieel Verslag.

De Groep bepaalt de bedrijfswaarde op basis van extrapolaties van de

toekomstige netto-kasgeldstromen met de huren die afkomstig zijn

uit de met de huurders ondertekende huurovereenkomst, de uitgaven

voor het onderhoud en beheer van de gebouwenportefeuille en de

opbrengst van de verwachte verkopen als vertrekpunt. De belangrijkste

hypotheses zijn het indexeringsniveau, het actualisatieniveau, een ver-

loopniveau (het aantal gebouwen en het overeenkomstig volume van

inkomsten, waarvoor de huurder, jaar na jaar, een huuropzegging zal

bekend maken) en de verkoopprijs van de gebouwen aan het einde van

de huurovereenkomst. Deze hypotheses zijn gebaseerd op de kennis

van de Groep van haar eigen portefeuille. Het vereiste rendement op dit

eigen vermogen wordt gebruikt als actualisatievoet.

Gezien de verschillen in de berekeningswijze tussen de reële waarde van

de gebouwen bepaald door de onafhankelijke vastgoeddeskundigen en

de bedrijfswaarde die de Groep bepaalt, en eveneens gezien het feit dat

de hypotheses van beide partijen in bepaalde opzichten verschillen,

kunnen deze twee waarden onderling afwijken en zijn de verschillen te

rechtvaardigen

Het resultaat van deze test (zie tabel hierna) leidt voor 2014 tot een

waardevermindering van K€ 11000 op de goodwill van Pubstone België.

Voor Pubstone Nederland en CIS werd geen enkele waardeverminde-

ring geboekt. Er dient te worden opgemerkt dat de reële waarden van

de patrimonia van Pubstone België en Pubstone Nederland tijdens het

boekjaar 2014 een negatieve variatie hebben gekend van respectievelijk

K€ 508 en K€ 1899, terwijl de reële waarde van CIS een positieve variatie

optekende van K€ 969.

Gebruikte hypotheses bij de berekening van de

nutswaarde van Pubstone

Er werd een extrapolatie gemaakt van de toekomstige netto kasgeld-

stromen voor de resterende looptijd van de huurovereenkomsten, ver-

minderd met de onderhouds-, investerings- en operationele kosten en

de inkomsten uit de verkoop van gebouwen.

Tijdens deze resterende looptijd werd rekening gehouden met een ver-

loopniveau dat gebaseerd is op de voorwaarden van de huurovereen-

komst die met AB InBev werd getekend. Er wordt verondersteld dat de

vrijgekomen gebouwen allemaal verkocht zijn. Aan het einde van de

initiële huurovereenkomst van 27 jaar wordt een restwaarde berekend.

De verkoopprijs en de restwaarde van de gebouwen zijn gebaseerd op

de gemiddelde geïndexeerde waarde per m² van het patrimonium zoals

bepaald door de deskundige op 31.12.2014, vermeerderd met een marge

van 15% (2013: 20%) vanaf het vierde jaar en geïndexeerd aan 1% (2013:

1,8%) per jaar. Deze marge is gebaseerd op de vaststelling van de gere-

aliseerde meerwaarden op de verkoop van cafés/restaurants sinds de

verwerving van het patrimonium van Pubstone.

Deze gemiddelde marge op alle verkopen sinds 2007 bedraagt 45%.

Zij bevat de marge op de verkochte gebouwen die zijn vrijgemaakt

door InBev, alsook de marge op de verkochte gebouwen die niet zijn