Background Image
Previous Page  167 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 167 / 222 Next Page
Page Background

163

Het effectieve percentage van de overdrachtsrechten varieert van 0%

tot 12,5%. Het is onmogelijk te voorspellen welk percentage van toepas-

sing zal zijn bij de overdracht van een gegeven vastgoed vooraleer de

overdracht werkelijk plaatsvond.

In januari 2006 werd aan alle onafhankelijke vastgoeddeskundigen

1

die betrokken zijn bij de periodieke waardebepaling van het vastgoed

van de Belgische GVV’s gevraagd om een gewogen gemiddeld percen-

tage van de transactiekosten voor vastgoedportefeuilles van GVV’s op

basis van geldige historische gegevens te bepalen. Voor transacties

van gebouwen met een waarde van meer dan € 2,5 miljoen en gezien

de waaier aan methodes van eigendomsoverdracht (zie hierboven),

hebben de deskundigen, op basis van een representatief staal van

220 markttransacties die plaatsvonden tussen 2003 en 2005 voor een

totaal bedrag van € 6,0 miljard, de gewogen gemiddelde taksen bere-

kend op 2,5%. Dit percentage wordt jaarlijks herzien en, indien nodig,

aangepast per schijf van 0,5%.

Voor de transacties van gebouwen waarvan de totale waarde kleiner

is dan € 2,5 miljoen, dient men rekening te houden met overdrachts-

rechten van 10,0% tot 12,5% volgens het Gewest waarin de gebouwen

gelegen zijn.

Op 01.01.2004 (datum van de eerste toepassing van de IAS/IFRS nor-

men) bedroegen de transactiekosten die afgetrokken zijn van de inves-

teringswaarde van de vastgoedportefeuille € 45,5 miljoen. Dit bedrag

werd geboekt onder een aparte rubriek van het eigen vermogen

“Impact op de reële waarde en geschatte overdrachtsrechten en -kos-

ten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen”.

De aftrek van 2,5% werd toegepast bij latere verwervingen. Op 31.12.2014

bedroeg het verschil tussen de investeringswaarde en de reële waarde

voor het totale patrimonium € 130,03 miljoen of € 7,24 per aandeel.

Het is vermeldenswaardig dat de gemiddelde meerwaarde t.o.v. de

investeringswaarde gerealiseerd bij de verkopen van activa sinds de

overgang in 1996 naar het GVV-stelsel, 9,32% bedroeg. Sinds deze

datum heeft Cofinimmo NV 147 activa verkocht voor een totaal bedrag

van € 1 515,72 miljoen. Deze meerwaarde zou 11,40% zijn indien de kos-

ten en overdrachtsrechten vanaf 1996 waren geboekt.

De overdrachtsrechten toegepast op de gebouwen gelegen in Frankrijk,

Nederland en Duitsland bedragen respectievelijk 6,75%, 4,89% en

5,00%.

Bepaling van het evaluatieniveau van de reële

waarde van de vastgoedbeleggingen

De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen

is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door

onafhankelijke vastgoeddeskundigen.

Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleg-

gingen werden de aard, de kenmerken en de risico’s van deze gebou-

wen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.

Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transac-

tiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijk-

baar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Cofinimmo

gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau drie en

dit voor de volledige portefeuille.

(x €1000)

31.12.2014

31.12.2013

Soorten activa

Niveau 3

2

Niveau 3

2

Kantoren

1311976

1524811

Antwerpen

64945

61847

Brussel CBD

378917

548569

Brussel Gedecentraliseerd

547432

582029

Brussel Periferie/Satellieten

141703

143336

Andere regio’s

113278

111323

Kantoorgebouwen in ontwikkeling

65701

77707

Zorgvastgoed

1289103

1228245

België

804956

747969

Frankrijk

375417

418130

Nederland en Duitsland

87290

11250

Zorgvastgoed in ontwikkeling

21440

50896

Vastgoed van distributienetten

533538

532818

Pubstone België

272202

272243

Pubstone Nederland

149396

150650

Cofinimur I Frankrijk

111940

109925

Andere

64566

61135

TOTAAL

3199183

3347009

1

Cushman & Wakefield, de Crombrugghe & Partners, Winssinger & Vennoten, Stadim & Troostwijk-Roux.

2

De basis van de evaluaties die leidt tot de reële waarden kan gekwalificeerd worden volgens IFRS 13 in:

- Niveau 1: prijzen genoteerd op de activamarkten;

- Niveau 2: andere observeerbare gegevens dan de genoteerde prijzen opgenomen in niveau 1;

- Niveau 3: niet observeerbare gegevens.