Background Image
Previous Page  171 / 222 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 171 / 222 Next Page
Page Background

167

Gevoeligheid van de reële waarde van de gebouwen

voor de variaties in de niet observeerbare gegevens

Een toename met 10% van de geschatte huurwaarde resulteert in een

stijging van de reële waarde van de portefeuille met K€ 181486.

Een daling met 10% van de geschatte huurwaarde resulteert in een

daling van de reële waarde van de portefeuille met K€ 189065.

Een toename met 0,5% van de kapitalisatiewaarde resulteert in een

daling van de reële waarde van de portefeuille met K€ 231629.

Een daling met 0,5% van de kapitalisatiewaarde resulteert in een stij-

ging van de reële waarde van de portefeuille met K€ 271166.

Een wijziging van de kapitalisatiewaarde met ±0,5% en een wijziging

met ±10% in de geschatte huurwaarde zijn redelijkerwijze denkbaar.

De diverse huurwaarden en - tarieven zijn onderling met elkaar ver-

bonden omdat ze deels bepaald worden door de marktomstandighe-

den. Over het algemeen gaat een wijziging in de hypotheses van de

geschatte huurwaarde (per m² per jaar) gepaard met een wijziging in

de omgekeerde richting van de kapitalisatiewaarde.

Deze onderlinge verbondenheid werd niet opgenomen in onze

gevoeligheidsanalyse.

Voor de vastgoedbeleggingen in aanbouw wordt de reële waarde beïn-

vloedt door het al dan niet respecteren van het budget en van de duur-

tijd van de verwezenlijking, initieel voorzien in het project.

Waarderingsproces

Overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden de gebouwen op

driemaandelijkse basis gewaardeerd aan de hand van waarderingsver-

slagen die door onafhankelijke en gekwalificeerde deskundigen wor-

den opgesteld.

De onafhankelijke externe deskundigen worden aangesteld voor een

periode van drie jaar, na goedkeuring door de Raad van Bestuur en het

Auditcomité en onder voorbehoud van de goedkeuring door de FSMA.

De selectiecriteria omvatten de marktkennis, de reputatie, de onafhan-

kelijkheid en de toepassing van de beroepsnormen.

De externe deskundigen bepalen:

of de reële waarde van een goed op betrouwbare wijze kan

worden bepaald;

welke waarderingsmethode voor elk beleggingsvastgoed moet

worden toegepast;

de weerhouden hypotheses voor de niet observeerbare

gegevens die in de waarderingsmethodes worden gebruikt.

De hypotheses die voor de waardebepaling worden gebruikt en de

beduidende waardewijzigingen worden driemaandelijks tussen het

Management en de deskundigen besproken. Er worden ook externe

referenties onderzocht.

Gebruik van de gebouwen

Het Management is van oordeel dat het huidige gebruik van haar vast-

goedbeleggingen dat in reële waarde in de balans is geboekt, optimaal

is, aangezien de mogelijkheden die de huurmarkt biedt en de techni-

sche specificaties.

Overdracht van huurvorderingen

Op 22.12.2008 verkocht de Cofinimmo Groep aan een dochtervennoot-

schap van de Groep Société Générale de vruchtgebruikvergoedingen

met een initiële duur van 15 jaar, die verschuldigd zijn door de Europese

Commissie voor de gebouwen Wet 56, Luxemburg 40 en Everegreen

die Cofinimmo in Brussel bezit. Het vruchtgebruik van deze laatste

drie gebouwen loopt ten einde tussen december 2020 en april 2022.

Cofinimmo blijft er naakte eigenaar van en het indexeringsgedeelte

van de vergoedingen m.b.t. het gebouw Luxemburg 40 werd niet

overgedragen.

Op 20.03.2009 verkocht de Cofinimmo Groep aan een dochterven-

nootschap van Société Générale de vruchtgebruikvergoedingen met

een initiële duur van 15 jaar, die verschuldigd zijn door de Europese

Commissie m.b.t. het gebouw Nerviërs 105 te Brussel. Het vruchtge-

bruik komt ten einde in mei 2023. Cofinimmo blijft naakte eigenaar van

het gebouw.

Op 23.03.2009 verkocht de Cofinimmo Groep aan Fortis Bank 90% van

de financiële leasingvorderingen die de Stad Antwerpen verschuldigd

is voor haar nieuwe brandweerkazerne. Aan het einde van het financi-

ële leasingcontract wordt het gebouw kosteloos overgedragen aan de

Stad Antwerpen. De Cofinimmo Groep verkocht op dezelfde dag en aan

dezelfde bank de huurvorderingen die de Belgische overheid haar is

verschuldigd voor de gebouwen Kolonel Bourg 124 in Brussel en Maire

19 in Doornik. Cofinimmo blijft eigenaar van beide gebouwen.

Op 28.08.2009 verkocht de Cofinimmo Groep aan BNP Paribas Fortis

96% van de huurvorderingen van de jaren 2011 en volgende m.b.t. de

gebouwen Egmont I en Egmont II te Brussel.

De huurcontracten m.b.t. de gebouwen Kolonel Bourg 124, Maire

19, Egmont I en Egmont II, evenals het vruchtgebruik van de gebou-

wen Wet 56, Luxemburg 40, Everegreen en Nerviërs 105 zijn geen

financiële leasingcontracten. De reële waarde van deze gebouwen, na

overdracht van hun huurinkomsten of hun vruchtgebruikvergoedingen,

komt overeen met het verschil tussen de marktwaarde, de toekom-

stige huurinkomsten of vergoedingen inbegrepen, en de actualisatie-

waarde van de overgedragen toekomstige huurinkomsten of vergoe-

dingen. Krachtens Artikel 1690 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek

zou een derde partij die de gebouwen Kolonel Bourg 124, Maire 19,

Egmont I en Egmont II wenst aan te kopen, tot aan het einde van de

huurovereenkomst geen aanspraak kunnen maken op de huurinkom-

sten. Op dezelfde wijze zou hij in de gevallen van de gebouwen Wet 56,

Luxemburg 40, Everegreen en Nerviërs 105 tot het einde van het recht

op vruchtgebruik geen aanspraak kunnen maken op de vergoedingen.

Hoewel dit niet uitdrukkelijk voorzien of verboden is onder IAS 40,

laat de tegenboeking van de bruto restwaarde van de overgedragen

toekomstige vergoedingen van de gebouwen volgens de Raad van

Bestuur van Cofinimmo toe een exacte en getrouwe voorstelling in de

geconsolideerde balans te geven van de waarde van de gebouwen, die

overeenkomt met de raming van de gebouwen door de onafhankelijke

deskundige, zoals vereist door Artikel 47 §1 van de Wet van 12.05.2014

betreffende de Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen.