Previous Page  127 / 236 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 127 / 236 Next Page
Page Background

Onderhavig Bezoldigingsverslag kadert binnen de bepalingen van de

Corporate Governance Code 2009 en van Artikel 96 §3, lid 2 van het

Wetboek van Vennootschappen, zoals het werd ingevoerd door de Wet

van 06.04.2010.

Interne procedures

Niet-uitvoerende Bestuurders

Het principe van continuïteit met het verleden wordt gehandhaafd. Het

beleid dat de Gewone Algemene Vergadering van 28.04.2006 goed-

keurde op voorstel van de Raad van Bestuur en van het Comité voor

Benoemingen, Bezoldigingen en Corporate Governance, blijft van

toepassing.

In 2015 heeft het Comité voor Benoemingen, Bezoldigingen en

Corporate Governance een vergelijking gemaakt met de bezoldiging

van de niet-uitvoerende Bestuurders van andere beursgenoteerde

Belgische vennootschappen met een gelijkaardige omvang. Deze oefe-

ning werd gemaakt om te controleren of de bezoldiging gepast is en

voldoet aan de marktpraktijken, gelet op de omvang van de onderne-

ming, haar financiële situatie, haar positie in het Belgische economi-

sche landschap en de verantwoordelijkheden van de Bestuurders.

Op basis van de aanbevelingen van het Comité voor Benoemingen,

Bezoldigingen en Corporate Governance is de Raad van Bestuur

van oordeel dat het bezoldigingsbeleid dat de Gewone Algemene

Vergadering van 28.04.2006 goedkeurde, kan worden aangehouden.

Op voorstel van het Comité voor Benoemingen, Bezoldigingen en

Corporate Governance heeft de Raad van Bestuur beslist om een

forfaitair bedrag van 1000 EUR uit te keren aan niet-uitvoerende

Bestuurders die in het buitenland verblijven per verplaatsing om deel

te nemen aan de vergadering van een Raad en/of comité. Dit forfai-

taire bedrag dekt hun verplaatsingskosten en de bijkomende tijd die

ze aan hun mandaat besteden in vergelijking met de tijd die een in

België wonende Bestuurder eraan besteedt. Er wordt benadrukt dat

de verplaatsingskosten ook in de toekomst worden terugbetaald mits

voorlegging van betaalbewijzen. Dit voorstel dient ter goedkeuring te

worden voorgelegd aan de eerstvolgende Algemene Vergadering.

Leden van het Directiecomité

De bedrijfscontracten die werden afgesloten met (i) de Secretary

General en de huidige Chief Executive Officer in 2007, (ii) de Chief

Operating Officer in 2011 en (iii) de Chief Financial Officer in 2014 werden

toegepast.

De bezoldiging van de leden van het Directiecomité wordt bepaald

door de Raad van Bestuur op basis van de aanbevelingen van het

Comité voor Benoemingen, Bezoldigingen en Corporate Governance.

Dit Comité analyseert jaarlijks het bezoldigingsbeleid dat geldt voor de

leden van het Directiecomité en gaat na of er een aanpassing nodig is

om ze op redelijke wijze aan te trekken, te behouden en te motiveren,

rekening houdend met de omvang van de vennootschap. Zowel het

globaal niveau van de bezoldiging als de spreiding van de verschil-

lende onderdelen ervan en de verwervingsvoorwaarden worden

geanalyseerd. Deze analyse gaat gepaard met een vergelijking met het

bezoldigingsbeleid voor de leden van het Directiecomité van andere

beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde vastgoedvennootschappen

en van andere niet-vastgoedvennootschappen met gelijke omvang en

belang.

Er werd eveneens rekening gehouden met de ervaring ter zake van de

overige leden van de Raad van Bestuur. In 2013 heeft het Comité voor

Benoemingen, Bezoldigingen en Corporate Governance een bondige

vergelijkende studie van het globale bezoldigingsniveau gemaakt.

Hieruit blijkt dat de bezoldiging van de leden van het Directiecomité

overeenstemt met de marktpraktijken.

Het Comité voor Benoemingen, Bezoldigingen en Corporate

Governance gaat ook na of de procedure voor het vastleggen van de

doelstellingen, die het niveau van de variabele vergoeding bepa-

len, overeenstemt met de risico-acceptatiegraad van de vennoot-

schap. Het Comité voor Benoemingen, Bezoldigingen en Corporate

Governance legt het resultaat van zijn analyse en zijn eventuele

gestaafde aanbevelingen ter beslissing voor aan de Raad van Bestuur.

Bezoldiging van de niet-uitvoerende Bestuurders

De bezoldiging van de niet-uitvoerende Bestuurders wordt bepaald

door de Algemene Vergadering, op voorstel van de Raad van Bestuur

en volgens de aanbeveling van het Comité voor Benoemingen,

Bezoldigingen en Corporate Governance. De bezoldiging voor 2015,

overeenkomstig de beslissing van de Algemene Vergadering van

28.04.2006, bestaat uit:

enerzijds een basisbezoldiging van 20000 EUR voor elk lid van

de Raad van Bestuur, 6250 EUR voor elk lid van een comité en

12500 EUR voor het Voorzitterschap van een comité;

en anderzijds zitpenningen van 2500 EUR per zitting voor de

deelname aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur en

700 EUR per zitting voor de deelname aan de vergaderingen van de

comités van de Raad;

De bezoldiging van de Voorzitter van de Raad is vastgelegd op

100000 EUR per jaar voor al zijn verantwoordelijkheden, zowel in de

Raad van Bestuur als in de comités van de Raad.

De niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen bezoldigingen ver-

bonden aan de prestaties.

Om de belangen van de Bestuurders en de aandeelhouders te aligne-

ren, besliste de Raad van Bestuur van 24.03.2016, voor de Bestuurders

die geen Cofinimmo aandelen bezitten, om een mechanisme op punt te

stellen waarbij zij een bepaald aantal aandelen behouden gedurende

hun mandaat. Dit mechanisme bestaat uit de betaling van een deel van

hun bezoldiging in aandelen van de vennootschap. Deze bezoldiging

betreft de eerste schijf van 20000 EUR voor (i) de nieuwe niet-uit-

voerende Bestuurder voor de uitoefening van zijn eerste mandaat, of

aan (ii) de niet-uitvoerende Bestuurder die reeds in functie is, voor het

boekjaar 2016.

Het aantal aandelen wordt berekend door de 20000 EUR te delen door

de gemiddelde beurskoers van het gewoon aandeel gedurende de

30 dagen voorafgaand aan de Algemene Vergadering die de nieuwe

niet-uitvoerende Bestuurders benoemt en 30 dagen voorafgaand aan

de Vergadering van 11.05.2016 voor de niet-uitvoerende Bestuurders

die reeds in functie zijn. De aandelen worden ingeschreven in het aan-

delenregister op naam van de niet-uitvoerende Bestuurders en zullen

onderwerp zijn van een onbeschikbaarheidsverbintenis tot op het

einde van het laatste mandaat, voor welke reden dan ook. De tijdens de

onbeschikbaarheidsperiode toegekende dividenden (voor het boekjaar

beginnend op 1 januari van het jaar van de Algemene Vergadering

volgend op de inschrijving in het register) zullen op hetzelfde moment

als voor de andere aandeelhouders worden uitbetaald. Aangezien deze

onbeschikbaarheidsverbintenis niet binnen het toepassingsveld van

Artikel 554 van het Wetboek van Vennootschappen valt (het betreft

geen variabele vergoeding of verhoging van de bezoldiging, maar een

bindende en restrictieve betalingsmodaliteit voor de niet-uitvoerende

Bestuurders), dient zij niet ter goedkeuring te worden voorgelegd aan

de Gewone Algemene Vergadering.

BEZOLDIGINGSVERSLAG OPGESTELD DOOR HET COMITÉ VOOR

BENOEMINGEN, BEZOLDIGINGEN EN CORPORATE GOVERNANCE

123