Renteafdekking
De Groep gaat een belangrijk deel van de schuld aan tegen een vlottende rente. Het deel van de schuld aan vaste rente wordt vaak omgezet in een vlottende rente. Hierdoor kan de Groep de voordelen van lage rentes op korte termijn genieten. Aangezien de financiële lasten blootgesteld zijn aan renteschommelingen, bestaat het beleid van de Groep uit het veiligstellen van rentes op een horizon van ten minste drie jaar, voor minstens 50% van de schuld.
Op deze manier vangt de Groep gedeeltelijk het effect van een sterke stijging van deze rentes op. De redenering achter dit beleid is dat aangezien de huurgelden contractueel geïndexeerd worden, een stijging van de inflatie slechts enkele jaren later een gunstige impact op het netto resultaat van de Groep zou hebben.
Er werd gekozen voor een indekkingperiode van ten minste drie jaar om enerzijds een deel van het negatieve effect van deze periode op de netto-inkomsten te compenseren, en anderzijds te anticiperen op de negatieve impact van een eventuele stijging van de Europese korte termijnrente die niet gepaard zou gaan met een gelijktijdige stijging van de inflatie.
Tenslotte zou een stijging van de reële rente waarschijnlijk gepaard gaan of snel gevolgd worden door een algemene economische heropleving die aanleiding zou geven tot betere huurvoorwaarden en vervolgens het netto resultaat van de Groep gunstig zou beïnvloeden.